molaire massa en molverhouding

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Molecuulmassa's 

Hier tel je de atoommassa's bij elkaar op van alle atomen in één molecuul .

Voorbeelden: 

De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,990 + 1 x 35,45 = 58,44 u

De molecuulmassa van Al2O3 = 26,98 x 2 + 3 x 16,00 = 101,96 u

Let er wel op dat je juist afrondt. Je bent hier massa's aan het optellen, dus gelden hier de regels van plus!

Molecuulmassa en molaire massa

Je hebt nu uitleg over molecuulmasas gehad, maar wat is dan de molaire massa? De berekening gaat precies op dezelfde manier, alleen de eenheid is anders. 

De molecuulmassa van Al2O3 = 26,98 x 2 + 3 x 16,00 = 101,96 u

De molaire massa van Al2O3 = 26,98 x 2 + 3 x 16,00 = 101,96 g/mol

De massa van 2,00 mol water

1. Molecuulformule: H₂O

2. Periodiek Systeem:

                                          H: 1,00 g/mol x2

                                          O: 16,0 g/mol x1 

                                          _________________+

                                         18,0 g/mol

3. Van mol naar gram:

                                            

Bereken de massa (g) van 5,0 mol aardgas (CH4)

1. 13
2. 65
3. 16
4. 80

De massa van 5,0 mol aardgas

1. Molecuulformule: CH₄

2. Periodiek Systeem:

                                          H: 1,0 g/mol x4

                                          C: 12,0 g/mol x1 

                                          _________________+

                                         16,0 g/mol

3. Van mol naar gram:

                                            

Hoeveel mol is 4 gram waterstof?

1. Molecuulformule: H₂

2. Periodiek Systeem:

                                          H: 1,0 g/mol x2

                                          _________________+

                                         2,0 g/mol

3. Van gram naar mol:

                                            

Bereken hoeveel mol 128 gram zuurstofmoleculen is.

1. 128
2. 32
3. 4
4. 1

hoeveel mol is aanwezig in

128 gram zuurstof?

1. Molecuulformule: O₂

2. Periodiek Systeem:

                                          O: 16,0 g/mol x2

                                          _________________+

                                         32,0 g/mol

3. Van gram naar mol:

                                            

Bereken: 400,8 gram calcium komt overeen met:

1. 10 mol calcium
2. 1,0 mol calcium
3. 10 mol kalium
4. 1,0 mol kalium

molverhouding

Als ik 1 fiets uit elkaar haal dan heb ik...

1. 1 zadel, 1 stuur, 2 wielen en 1 frame
2. 1 zadel, 1 stuur, 1 wiel en 2 frames
3. 2 zadels, 2 sturen, 4 wielen en 2 frames
4. 0,5 zadel, 0,5 stuur, 1 wiel en 0,5 frame

Als ik 15 fietsen uit elkaar haal dan heb ik...

1. 15 zadels, 15 sturen, 15 wielen en 15 frames
2. 15 zadels, 15 sturen, 30 wielen en 15 frames
3. 30 zadels, 30 sturen, 30 wielen en 15 frames
4. Ik kan niet zo goed tellen

De verhouding tussen de fiets onderdelen zadel:Stuur:Wiel:Frame is

1. 1:1:1:1
2. 3:1:4:1
3. 1:1:2:1
4. 2:2:2:2

CH​4​​​​​​​(g)​​​​​+​​​​​2​​​​​O​2​​​​​​​(g)→​​​​​CO​2​​​​​​​(g)​​​​​+​​​​​2​​​​​H​2​​O​​​​​(l)

De verhouding in de volgende reactie is:

C​6​​H​12​​O​6​​​​​​​(s)​​​​​+​​​​​6​​​​​O​2​​​​​​​(g)​​​​​→​​​​​6​​​​​CO​2​​​​​​​(g)​​​​​+​​​​​6​​​​​H​2​​O​​​​​(g)

1. 25:12:18:18
2. 180:192:264:108
3. 0:6:6:6
4. 1:6:6:6

2​​​​​H​2​​O​​​​​→​​​​​2​​​​​H​2​​​​​​​(g)​​​​​+​​​​​O​2​​​​​​​(g)

bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten?

1. nee
2. ja
3. soms wel
4. soms niet

bij een chemische reactie is het aantal mol links van de reactie-pijl gelijk aan het aantal rechts van de reactie-pijl

1. ja, altijd
2. nee
3. ja, dat kan maar meestal niet
4. nooit