P-K1-W4 Samenwerken met en begeleiden van ouders en mantelzorgers

P3-K1-W4 
Samenwerken met en begeleiden van ouders en mantelzorgers 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

P3-K1-W4 
Samenwerken met en begeleiden van ouders en mantelzorgers 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de sociale behoefte van de cliënt inventariseren met de cliënt

· Je kunt in gesprek met de cliënt en zijn netwerk de plannen bespreken.
· Je kunt de sociale behoefte van de cliënten vast leggen in een verslag en methodisch beschrijven.
· Je kunt de plannen ten behoeve van de sociale behoefte uitvoeren
· Je kunt feedback ontvangen en geven aan de cliënt en zijn netwerk en van collega’s
· Je kunt cliënten en zijn netwerk motiveren tot ontwikkelen van de sociale behoeftes
· Je kunt contacten opzetten met externe en interne partijen om de vraag van de cliënt mogelijk te maken
· Je kunt je communicatie af stemmen op de cliënt en naast betrokkenen.
· Je kunt je gedrag en omgangsvormen aanpassen op de cliënt en naast betrokkenen.
· Je kunt de cliënt indien nodig ondersteunen met digitale vormen van sociale netwerken
· Je kunt afstemmen op de interculturele behoefte van de cliënt en zijn netwerk









Slide 2 - Slide

De volgende onderdelen komen aan de orde:​
- houding van ouders;
- het verwerkingsproces bij ouders;
- bezoekgedrag van ouders bij kind in een voorziening
- het belang van een goede samenwerking met verwanten;
- contacten met verwanten;
- conflicten met verwanten;


Slide 3 - Slide

Houding van ouders
- Houding van ouders
- Houding van ouders met een migratieachtergrond
- Opvoedingsstijlen

Wat is je ervaring met ouders? Vertel!!!

Slide 4 - Slide

Houding van ouders
Bij een minderjarige cliënt zijn ouders de eerstverantwoordelijken.
Samen met ouders deel je de opvoeding, zorg en begeleiding van de cliënt, hun kind.
Ook al woont hun kind niet meer thuis, ouders hebben er recht op te weten hoe het met hem gaat. En ze willen het ook weten.
Als een cliënt meerderjarig is, is zijn rechtspositie belangrijk.
Zijn ouders als curator of als mentor benoemd, dan is de situatie min of meer gelijk aan die van een minderjarige cliënt.
Het is altijd belangrijk om te streven naar een goed contact en een goede samenwerking met ouders en/of andere familieleden.
Het eerste contact tussen ouders en zorgorganisatie heb je nog voor dat de cliënt op de groep geplaatst wordt.
Voor begeleiders is dit het startpunt van de ondersteuning, maar de ouders hebben dan al veel achter de rug.
Als ouders van artsen horen dat hun kind een beperking heeft, moeten zij daarmee zien te leven. Dat valt niet mee: ze hebben tijd nodig om de klap te verwerken. 

Slide 5 - Slide

Houding van ouders met een niet-westerse achtergrond
Achtergrond van ouders niet-westers, dan vaak de overtuiging dat hun kind met een beperking thuishoort in het eigen gezin
Geloof is de belangrijkste oorzaak voor het wegblijven bij de hulpverlening. 
Het overdragen van de zorg aan professionals doen ouders met een migratieachtergrond vaak alleen als het echt niet anders kan
Ouders zijn bang tekort te schieten
Soms worden thuiswonende kinderen met een beperking schuilgehouden.
Islamitische ouders zien het eerder als een opdracht die ze hebben gekregen en die ze tot een goed einde moet brengen.
Denken dat het de wil van God is, beïnvloedt ook de mate van berusting

Slide 6 - Slide

Volgens de ouders met een niet-westerse cultuur hoort hun kind met een beperking...
A
thuis
B
in een voorziening

Slide 7 - Quiz

Opvoedingsstijlen
De opvoedingsstijl die ouders hanteren is vaak in hoge mate cultureel bepaald.
De Nederlandse cultuur is een ‘ik-cultuur’, terwijl de cultuur van veel niet-westerse mensen een ‘wij-cultuur’ is.
In een ‘ik-cultuur’ staat de zelfontplooiing van het kind voorop.
In een ‘wij-cultuur’ staat de groep, en met name het gezin en de familie, centraal. 
In islamitische gezinnen weegt de eerbaarheid van meisjes vaak zwaarder dan de eerbaarheid van jongens.
In de opvoeding vanuit een ‘wij-cultuur’ is weinig aandacht voor de persoonlijkheidsontwikkeling. 
Als begeleider moet je de waarden van de cliënt en zijn ouders als uitgangspunt nemen

Slide 8 - Slide

Iemands opvoedingsstijl is vaak ...... bepaald
A
financieel
B
functioneel
C
intercultureel
D
cultureel

Slide 9 - Quiz

De 'ik-cultuur' staat voor ......
A
zelfontwikkeling
B
zelfontplooiing
C
vriendenkring
D
familie

Slide 10 - Quiz

Het verwerkingsproces bij ouders
(rouwfases)
- Ontkenning
- Woede
- Verdriet
- Acceptatie

Slide 11 - Slide

Ontkenning
Als ouders van een arts te horen krijgen dat hun kind een beperking heeft, reageren ze daar in veel gevallen ontkennend op: ‘Dit kan ons niet overkomen, er is vast iets fout gegaan bij het onderzoek.’ 
Zelfs als de uitspraak een vermoeden bevestigt dat zij al lang hadden, willen ouders er vaak niet aan: ze willen het niet weten.

Slide 12 - Slide

Woede
Als bij ouders de waarheid begint door te dringen, roept dit vaak veel boosheid en opstandigheid op.
Ouders stellen vragen zoals: waarom ik?
Ze zijn woedend op God, die dit zo maar toestaat. Ze zijn boos op hun partner, ook al kan die er niets aan doen.
En ze zijn kwaad op het kind zelf: wat doe jij ons allemaal aan door zo te zijn?
 De woede en boosheid zijn een normale reactie op een lot dat de ouders niet zomaar kunnen aanvaarden.



Slide 13 - Slide

Verdriet
Als de ouders de feiten niet langer meer naast zich neer kunnen leggen, dringt de harde waarheid door.
   
Gevoelens van verdriet, wanhoop en depressie treden op de voorgrond. Deze gevoelens kunnen heel heftig zijn.

De wanhoop kan zich tegen het kind keren.


Slide 14 - Slide

Acceptatie
De meeste ouders zijn op een gegeven moment in staat om de beperking van hun kind te accepteren.

Maar niet iedere ouder komt zo ver.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Zet de fases van een rouwproces op de goede volgorde
Woede
acceptatie
Ontkenning
Verdriet
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4

Slide 18 - Drag question

Woonsituatie 
Thuis of een woonvoorziening
* een gezin met een gehandicapt kind is een gehandicapt gezin
* moeilijke keuze
* naar een woonvoorziening is een enorm ingrijpende situatie



Slide 19 - Slide

Welke gevoelens hebben ouders als ze hun kind uit huis plaatsen?

Slide 20 - Open question

Bezoekgedrag van ouders bij kind in een voorziening
Sommige ouders komen hun kind regelmatig opzoeken, andere doen dat veel minder.
   
Als familieleden niet of nauwelijks op bezoek komen, kan dat allerlei praktische oorzaken hebben, maar meestal spelen er emotionele redenen. 

Als ouders wel op bezoek komen, roept dat soms ook irritaties op bij de begeleiders. 

Veel ouders kijken met argwaan en vol bezorgdheid naar de zorg en begeleiding die hun kind in een woonvoorziening krijgt. Ze willen het beste voor hun kind.




Slide 21 - Slide

Werken aan een goede relatie met verwanten
Belangrijke aandachtspunten in de relatie met verwanten:
- informeer verwanten;
- toon belangstelling;
- toon respect;
- wees open en eerlijk



Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

In de Driehoekskunde staan drie begrippen centraal:

1 Bonus: professionals doen het goede en liefst iets meer; minstens doen ze dus wat ze beloven

2 Verbinding: verwanten en professionals verbinden zich met elkaar, werken beiden aan een goede relatie

3 Positie: beiden zijn eigenaar van hun hoek en vragen de ander om dat te respecteren.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Opdracht
1. Bespreek in groepjes van 3 de sociale kaart die je hebt gemaakt van je cliënt
2. Wat vind je ervan? Formulier je eigen mening van de sociale kaart van je cliënt, laat de anderen hierin meedenken
3. Maak een SMART doel voor het sociogram van de cliënt (geen actie, formuleer dan SMART hoe je behoud wat er is)
Tijd: 60 minuten 

Slide 30 - Slide

https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/samenwerken-met-familie

Slide 31 - Slide