Neurologie Pathologie MBO Niveau 3 deel 2

• Anatomie/Fysiologie/Pathologie
• MBO
• Studiejaar 2

Neurologie Pathologie MBO

 Niveau 3 deel 2

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan de student

...de verschillende neurologische aandoeningen herkennen

.... de oorzaken benoemen

.... de complicaties benoemen

Even terug kijken.... wat hoort bij wat?

Wat zou je kunnen vragen aan iemand die pijn heeft?

Wat zou je kunnen vragen aan iemand die tintelingen en/of uitval heeft?

Multiple Sclerose

Een beschadiging van de myeline schede van neuronen.

Welke vragen zou je willen stellen aan iemand met MS?

Parkinson

Bij parkinson is de substantia Nigra / zwarte kernen in de hersenen aangedaan.  

Wat is Parkinson?

1. Een degeneratieve ziekte in het centraal zenuwstelsel
2. Een infectieziekte
3. Een psychische stoornis
4. Een aandoening van het hart

Wat zijn symptomen van Parkinson?

1. Trillen, stijfheid, maskergelaat
2. trillen, stijfheid, flexibel zijn
3. meer flexibiliteit en een rechte houding
4. Trillen, stotteren en schuifelen

wat zijn de complicaties van de ziekte van Parkinson?

1. Denken
2. Depressiviteit
3. Dementie
4. Duizeligheid

ALS

Bij ALS zijn de motorische neuronen aangedaan.

Hierdoor heeft de patiënt uitvalsverschijnselen.

Vragen naar aanleiding van het filmpje

Vraag 1 Wat valt je op aan het lichaam van Geert?

Vraag 2 Wat zijn de symptomen van ALS?

Vraag 3 Welke hulpmiddelen worden er ingezet?

Vraag 4 Wat is de levensverwachting van Geert en komt dit overeen met de gemiddelde levensverwachting?

Spina bifida

Een sluitingsdefect van de wervelkolom.

Wat is een gevolg van Spina Bifida?

1. Abnormale verkromming van de rug
2. Bleke huid
3. Circulatie problematiek
4. Drukplekken

Dwarslaesie

Bij een dwarslaesie is het ruggenmerg beschadigd. De mate en locatie van de schade bepaalt de symptomen. 

Stel de patiënt heeft schade op T5-6
Wat zijn de gevolgen voor de patiënt? 

Waar moet je op letten als iemand een dwarslaesie heeft?

Welke dwarslaesie
behandeling is er
in de afbeelding
weergegeven

1. Artificiële Inteligentie
2. Exoskelet
3. Stamcel therapie
4. TENS

Wat zijn de vier domeinen waar je de patiënt op zou kunnen bevragen?

Lees de casus en bedenk 3 anamnese vragen.

Casus: Meneer Dapper heeft ALS hij heeft last van slikken hij speelt vaker met zijn eten dan dat hij een hap neemt. Meneer staart voor zich uit en zit in een rolstoel. Zijn benen zijn uitgevallen en ook zijn armen hebben minder kracht. Je hoort hem zwaar ademen.

Waar heb je het meeste van geleerd?