4.6 - Planteneters, vleeseters en alleseters (KB4)

Hoofdstuk 4 - Voeding en vertering

KB 4
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 - Voeding en vertering

KB 4

Slide 1 - Slide

Voeding en vertering
4.1 - Voedsel
4.2 - Voedingsmiddel en voedingsstoffen
4.3 - Voeding en leefstijl
4.4 - Het verteringsstelsel
4.5 - Organen voor de vertering
4.6 - Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 2 - Slide

4.5 - Organen voor de vertering

Herhaling

Slide 3 - Slide

Kennisvragen

Slide 4 - Slide

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen
B
Voedingsstoffen opnemen in het bloed
C
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen
D
Voedingsstoffen klein maken

Slide 5 - Quiz

Er is geen vertering nodig bij.....
A
Water, vitamines en mineralen
B
Voedingsvezels, water, eiwitten
C
Vetten, mineralen en eiwitten
D
Zetmeel, koolhydraten en vitamines

Slide 6 - Quiz

Is het verteren van zetmeel door middel van speeksel in je mond mechanische of chemische
vertering?

A
mechanische vertering
B
chemische vertering

Slide 7 - Quiz

Door goed te kauwen beinvloed je de snelheid van het verteren van je eten. Wat gebeurt er met de snelheid van het verteren?
A
sneller
B
langzamer
C
geen effect
D
geen idee

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van maagsap?
A
Verteren van eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van koolhydraten
D
Het maagzuur helpen

Slide 9 - Quiz

Wat doet de galblaas?
A
Maakt enzymen
B
Slaat gal tijdelijk op
C
Maakt gal
D
Slaat voedselbrij tijdelijk op

Slide 10 - Quiz

Gal emulgeert vetten. Wat betekent dat?
A
Gal breekt vetten af
B
Gal verdeelt grote vetdruppels in kleine vetdruppels
C
Gal zet vet om van verzadigd naar onverzadigd
D
Gal zet vet om van anorganisch naar organisch

Slide 11 - Quiz

Het darmsap uit de dunne darm bevat enzymen voor de vertering van:
A
Eiwitten en Koolhydraten
B
Vetten en koolhydraten
C
Eiwitten, vetten en koolhydraten
D
Eiwitten en vetten

Slide 12 - Quiz

Je ziet hier een stukje dunne darm met een paar darmvlokken.
Wat is de reden dat de dunne darm plooien en darmvlokken heeft?
A
Dan gaat de voedselbrij langzamer door de darm
B
Dat zorgt voor oppervlaktevergroting waardoor er meer plek is voor stofwisseling
C
Dat zorgt voor betere darmperistaltiek
D
Dat zorgt voor een betere mechanische vertering

Slide 13 - Quiz

  • In je gehele darmkanaal heeft de wand kringspieren (vernauwen) en lengtespieren (verwijden).
  • Peristaltische bewegingen = het afwisselend samentrekken van de kring- en lengtespieren.

Voedingsvezels stimuleren de spieren in de darmwand en zorgen zo voor een goede darmwerking
(Darm)peristaltiek

Slide 14 - Slide

dikke darm
de dikke darm is 1,5 meter lang

in de dikke darm wordt het teveel aan water opgenomen zo'n 8 liter water per dag.

Slide 15 - Slide

Darmbacteriën
Darmflora
100 soorten per mens, in totaal >1000 soorten
Aanmaak vit.K, aanmaak bruine kleurstoffen
Hechten aan binnenkant v/d darm, voorkomt groei slechte bacteriën
Prebiotica -> stimuleren groei nuttige bacteriën
Probiotica -> voedingsmiddelen dat nuttige bacteriën bevat

Slide 16 - Slide

4.6 - Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 17 - Slide

Doelen van deze paragraaf
  • Je kunt de delen van een tand of kies noemen met hun kenmerken
  • Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van tanden en kiezen
  • Je kunt omschrijven wat tandplak en tanderosie zijn

Slide 18 - Slide

Wat is de taak van het gebit?

Slide 19 - Slide

Gebitselementen

Slide 20 - Slide

Bouw van het gebit 

Slide 21 - Slide

Bouw van het gebit
Kroon: bovenste deel van de tand
Wortel: zit vast in het kaakbeen
Glazuur: beschermt het tandbeen 
Tandbeen: is bedekt met een laagje cement
Tandholte: hierin liggen de zenuwen en bloedvaten 
Wortelvlies: bevestigd de wortel in de kaak

Slide 22 - Slide

Verzorging van het gebit
Tandbederf: aantasting van het gebit door tandplak
Een dun laagje aanslag dat iedere dag op je tanden blijft zitten
- Bestaat uit bacteriën
  • --> die breken suiker af in zuur
  • --> aantasting van het glazuur
  • --> ontstaan van tanderosie


Slide 23 - Slide

Tandbederf
Bacteriën zetten suikers om in zuren, deze zuren tasten je glazuur aan.

Aantasting glazuur kan ook door voedingsmiddelen (zoals frisdrank en fruitsap)

Slide 24 - Slide

Dieet, gebit en darmen
Planteneters
Vleeseters
Alleseters

Slide 25 - Slide

Planteneter
  • Herbivoren
  • Lang darmkanaal
  • Plooikiezen -> planten malen
  • Geen hoektanden 

Slide 26 - Slide

Vleeseters
- Carnivoren
- Kort darmkanaal
- Knipkiezen

Slide 27 - Slide

Alleseters
- Omnivoren
- Gemiddeld darmkanaal
- Knobbelkiezen
- Snijtanden

Slide 28 - Slide

Overzicht

Slide 29 - Slide

Kennisvragen

Slide 30 - Slide

Welk organisme heeft plooikiezen?
A
Leeuw
B
Koe
C
Mens
D
Aap

Slide 31 - Quiz

Is dier A een planteneter of vleeseter? Heeft die een lang of kort darmkanaal?
A
Planteneter met een kort darmkanaal
B
Planteneter met een lang darmkanaal
C
Vleeseter met een kort darmkanaal
D
Vleeseter met een lang darmkanaal

Slide 32 - Quiz

We vinden een gebit met knobbelkiezen. Wat voor voedsel vinden we in de maag?
A
Plantaardig
B
Dierlijk
C
Beide

Slide 33 - Quiz

Het gedeelte van je tanden wat wat je moet poetsen heet:
A
tandbeen
B
kaakbeen
C
cement
D
kroon

Slide 34 - Quiz

Onderdeel 3?
A
Tandholte
B
Glazuur
C
Cement
D
Kaakbeen

Slide 35 - Quiz

Wat voor kies is dit?
A
Plooikies
B
Knobbelkies
C
Knipkies

Slide 36 - Quiz

Bij wat voor dier vinden we dit soort kiezen?
A
Vleeseter
B
Planteneter
C
Alleseter

Slide 37 - Quiz

Zelfstandig werken
Thema voeding en vertering
- Opdrachten maken
- Basisstof 1 t/m 6

Klaar?
- Test jezelf
- Blooket spelen
Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen

Slide 38 - Slide

Een koe heeft 6000 kJ per dag nodig.
In 100 gram gras zit 50 kJ. 

1. Hoeveel kilo gras moet een koe per dag grazen?

Om 1 kilo gras te verteren heeft een koe 1 meter darm nodig.

2. Hoe lang moeten de darmen van een koe zijn?

Slide 39 - Slide

Een koe heeft 6000 kJ per dag nodig.
In 100 gram gras zit 50 kJ. 

1. Hoeveel kilo gras moet een koe per dag grazen?

Om 1 kilo gras te verteren heeft een koe 1 meter darm nodig.

2. Hoe lang moeten de darmen van een koe zijn?
100x10 = 1000 ------ 1m x 10 = 10 m

Slide 40 - Slide

Waarom kauwen wij eten?

Slide 41 - Slide

Wat is de taak van enzymen?

Slide 42 - Slide

Welk verteringssap wordt gemaakt in de mondholte?

Slide 43 - Slide

Welke voedingsstof wordt er door verteerd?

Slide 44 - Slide

Waar wordt gal gemaakt?

Slide 45 - Slide

Wat is de taak van gal?

Slide 46 - Slide

Wat gebeurt er met voedingsstoffen in de dunne darm?

Slide 47 - Slide

Wat is de taak van de dikke darm?

Slide 48 - Slide

Wat zijn peristaltische bewegingen?

Slide 49 - Slide

Wat is het doel van peristaltische bewegingen?

Slide 50 - Slide