1.Wk.3.1. Bijvoeglijk naamwoord

Nederlands: ontleden        
Bijvoeglijke naamwoord                
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands: ontleden        
Bijvoeglijke naamwoord                

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Ik weet wat bijvoeglijke naamwoorden zijn.
  • Je kunt de bijvoeglijke naamwoorden in een zin aanwijzen / noemen.

Slide 2 - Slide

Kenmerken
Een bijvoeglijk naamwoord is een woordsoort.

Woordsoorten komen voor bij ontleden / grammatica.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Definitie van bijvoeglijke naamwoorden.
Bevoeglijke naamwoorden staan vaak tussen een lidwoord en een zelfstandignaamwoord in.

Ze zeggen iets over het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan of bij horen.

Slide 5 - Slide

Lidwoorden
de - een
het - een

Slide 6 - Slide

Zelfstandige naamwoorden
Namen van:
mensen
dieren
planten
dingen
Eigennamen van
mensen, landen, steden, feestdagen

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Slide

Zelfstandige naamwoord
Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Wat zijn de bijvoeglijk naamwoorden in deze zin?

De knappe fotograaf maakte een mooie foto.
A
knappe, fotograaf
B
fotograaf, maakte
C
knappe
D
knappe, mooie

Slide 11 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoorden?
Het kleine meisje koopt een lekker ijsje.
A
meisje, kleine, ijsje
B
ijsje, lekker, koopt
C
kleine, ijsje , lekker
D
lekker, kleine

Slide 12 - Quiz

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden (bn) staan er in de zin?

In de grote tuin speel ik met haar lieve zusje.
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 13 - Quiz

Werkblad

Slide 14 - Slide

Denk een momentje na of
je nog vragen hebt?

Slide 15 - Slide

Welke vragen over "bijvoeglijk naawoorden" heb je nog?
timer
2:00

Slide 16 - Open question

Aantekening
Berg op in de map:
- Nederlands
                         - Ontleden / grammatica
       - Woordsoorten

Slide 17 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Nu ga je aan het werk met de taken Nederlands in VO-Next.

Slide 18 - Slide