What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Unidad 5 C2 (Gramática Deel II)
Unidad 5 Gramática deel II
- De vergrotende trap. Comparativos
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Unidad 5 Gramática deel II
- De vergrotende trap. Comparativos
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
De vergrotende trap
Met een bijvoeglijk naamwoord
más
Julia es
menos
alta
que
Pablo
tan
como
"Mi herman
o
es
más
alt
o
que
mi padre."
"La chaquet
a
es
menos
car
a
que
el pantalón".
"María es
tan
alt
a
como
Susana."
Slide 3 - Slide
De vergrotende trap
Met een werkwoord
más
Julia
estudia
menos
que
Pablo
tanto
como
" Mi hermano
habla
más
que
mi padre."
" Juan
estudia
menos
que
María".
" María
lee
tanto
como
Susana."
Slide 4 - Slide
De vergrotende trap
Mayor y menor
gebruik je in het bizonder voor
leeftijd
en voor
hoeveelheden
.
Als je het over
afmetingen
hebt, gebruik je
más grande
en
más pequeña
"Julia es mayor que David." (leeftijd)
"Mi habitación es más grande que la tuya". (Afmeting)
Slide 5 - Slide
De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Nederlands:
"Un coche es más caro que una bicicleta"
Slide 6 - Open question
Vertaal de zin naar het Nederlands:
"Tú eres mejor que yo en español"
Slide 7 - Open question
Vertaal de zin naar het Nederlands:
"Brasil es más grande que España."
Slide 8 - Open question
Vertaal de zin naar het Nederlands:
"El Feyenoord es mejor que el Ajax"
Slide 9 - Open question
Vertaal de zin naar het Nederlands:
"Un avión es más rápido que un tren."
Slide 10 - Open question
De vergrotende trap.Vertaal de zin naar het Nederlands:
"España es más pequeña que Canadá"
Slide 11 - Open question
De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Nederlands:
"El Real Madrid es mejor que el Barça."
Slide 12 - Open question
De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:
Pedro is net zo lang als Paco.
Slide 13 - Open question
De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:
"Julia studeert meer dan María."
Slide 14 - Open question
De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:
"Eva is ouder dan Lucía"
Slide 15 - Open question
De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:
"Julia is saaier dan Elena." (saai=aburrido/a)
Slide 16 - Open question
De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:
"Eva is even oud als Elena" oud=leeftijd
Slide 17 - Open question
Vertaal de zin naar het Nederlands:
"Messi es tan bueno como Cristiano Ronaldo."
Slide 18 - Open question
De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:
"Patricia leest meer dan María."
Slide 19 - Open question
More lessons like this
Unidad 5 C2 (Gramática Deel II)
3 days ago
- Lesson with
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Unidad 5 C2 (Gramática Deel II)
3 days ago
- Lesson with
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Unidad 5 C2 (Gramática Deel II)
16 hours ago
- Lesson with
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Repaso unidad 3 y 4
January 2021
- Lesson with
11 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Repaso unidad 3 y 4
January 2021
- Lesson with
12 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Repaso unidad 3 y 4
January 2021
- Lesson with
12 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Clase 14. Unidad 4. Gramática
January 2021
- Lesson with
23 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Clase 6. Unidad 4 Gramática/Destrezas
September 2022
- Lesson with
18 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3