De sterke werkwoorden houden zich dus niet aan regels, zoals de zwakke. Je moet dus leren/weten wat de verleden tijd en het voltooid deelwoord is. Het voordeel is wel dat je ze schrijft, zoals je ze hoort (zo kort en eenvoudig mogelijk) en dat je door het woord langer te maken, weet of je een -d of -t aan het eind moet schrijven!
Persoonsvorm?
pvtt:
- stam
- stam+t
- hele ww
pvvt:
- stam+
de/te
-stam +
den/ten
't ex-kofschip
volt.dw
-langer maken
-d/t
't ex-
kofschip
onv. dw
- hele ww. + d
inf.
- hele
ww.
geb.
wijs
- stam
JA
NEE
bijvoeglijk naamw.
zo kort mogelijk
Slide 10 - Slide
De infinitief
De infinitief schrijf je als het hele werkwoord. Het is alleen geen persoonsvorm!
Voorbeeld: Wij gaandansen> Wij gingendansen.
Gaan = pv (want het verandert van tijd en het past zich aan aan het onderwerp: wij gaan/ik ga dansen). 'dansen' verandert niet en is dus geen persoonsvorm. Deze werkwoordsvorm noemen wij de infinitief!
Slide 11 - Slide
De infinitief
Nog een voorbeeld:
Wij willen morgen gaan fietsen.> Wij wilden morgen gaan fietsen.
Willen = pv
gaan, fietsen = infinitief
Slide 12 - Slide
Mijn zusjes gaan logeren.
persoonsvorm
infinitief
gaan
logeren
Slide 13 - Drag question
In de vakantie willen wij naar een de Ardennen gaan.
persoonsvorm
infinitief
gaan
willen
Slide 14 - Drag question
Mijn ouders willen dat wij gaan logeren.
persoonsvorm
infinitief
willen
gaan
logeren
Slide 15 - Drag question
Zouden jullie willen lachen?
persoonsvorm
infinitief
zouden
willen
lachen
Slide 16 - Drag question
De gebiedende wijs
De gebiedende wijs is een soort bevel. Je herkent deze vorm doordat er geen onderwerp bij staat. Het wordt ALTIJD geschreven als de stam (de ik-vorm). Ga, pak, leef, doe, word, vind, lach, gooi!
Pak je tas! (degene die het moet doen, het onderwerp, staat er niet bij. Je tas is lijdend voorwerp,)
Slide 17 - Slide
Schrijf de gebiedende wijs van: Blijven
Slide 18 - Open question
Schrijf de gebiedende wijs van: Wachten
Slide 19 - Open question
Schrijf de gebiedende wijs van: Luisteren
Slide 20 - Open question
Hoe gaat het tot nu toe met de werkwoordspelling?
Het gaat heel goed!
Als ik de regels leer, weet ik het echt wel.
Ik heb nog moeite met volt. en onvolt.dw.
Ik heb nog moeite met de persoonsvorm.
Ik doe het wel goed op gevoel, maar ik ken de regels nog niet.
Ik vind het moeilijk als alles door elkaar wordt gevraagd.
Slide 21 - Poll
Maken/huiswerk
Maak de startopdracht en opdracht 1 van Spelling H6 (over werkwoordsvormen). De werkwoordstijden hoef je NIET te leren.
Wil je extra oefenen?
Je kunt de LessonUplessen altijd terugkijken/opnieuw maken. (Log in en ga naar je klas. Je ziet alle lessen staan.)