2.2 - Revoluties in Amerika en Frankrijk (1776-1813) Les 2

De democratische revoluties (1776-1813)
De democratische revoluties (1776-1813)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

De democratische revoluties (1776-1813)
De democratische revoluties (1776-1813)

Slide 1 - Slide

Opdrachten ter verwerking
Herhaling:  7, 13, 14, 17, 18
Benodigde kennis: 8, 9, 10, 11, 12
Oefenen bronmateriaal: -

Maak 4 van de 5 opdrachten (mag ook 3 herhaling en 1 benodigde kennis bijvoorbeeld)

Je mag evt. ook samenvatten 


Slide 2 - Slide

Lesdoel
Hoe werden verlichte ideeën tijdens de democratische revoluties in de Verenigde Staten en Frankrijk in de praktijk gebracht (1776–1813)?

• In deze paragraaf leer je hoe de verlichting invloed had op het begin van de Franse Revolutie.
• In deze paragraaf leer je hoe de verlichting invloed had op een latere fase in de Franse Revolutie en daarna.

Slide 3 - Slide

Hoeveel koloniën had Engeland in Amerika?
A
12
B
13
C
50
D
52

Slide 4 - Quiz

De Amerikaanse Revolutie is geïnspireerd door (er zijn twee antwoorden goed)
A
Het humanisme
B
De Verlichting
C
De Nederlandse Opstand
D
De Franse Revolutie

Slide 5 - Quiz

Wat is de directe aanleiding van de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd
A
Intolerable Acts
B
Sugar Act
C
Stamp Act
D
Boston Tea Party

Slide 6 - Quiz

"De koning heeft alle macht"
Welk begrip hoort hierbij?
A
MAXIMAle macht
B
nationalisme
C
feminisme
D
absolutisme

Slide 7 - Quiz

Amerika
  • Amerikaanse vrijheidsoorlog was een inspirerend voorbeeld
  • Verlichtingsideeën in de praktijk
  • Franse soldaten kwamen met grote verhalen terug (hadden geholpen, vijand van Engeland)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Frankrijk..
  • Verlichte ideeën
  • Hoe terug in Frankrijk?
  • Verzet tegen standenmaatschappij
  • Derde stand werd achtergesteld
  • Verlichte elitairen waren hier ook tegen
  • Onvrede
  • Veel verschillen binnen de derde stand.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Frankrijk gaat failliet
mei 1789
  • Feesten en paleizen
  • Oorlogen 
  • De staatsschuld groeit
  • Lodewijk XVI roept Staten-Generaal bijeen
  • Verdeelde elite heeft geen oplossing voor de problemen.

Slide 13 - Slide

De Staten-Generaal
  • Elke stand één stem
  • Derde stand altijd nadelig 
  • Derde Stand roept (met hulp andere standen) de Nationale Vergadering uit
  • Koning grijpt in
  • Bestorming van de Bastille 14 juli

Slide 14 - Slide

Eerste Revolutie (1789-1792)
Gematigder

Slide 15 - Slide

Van Staten-Generaal naar
Nationale Vergadering
De drie standen komen samen in de Staten-Generaal
Er ontstaat ruzie en de Nationale Vergadering wordt opgericht
Doel: een grondwet
Het volk denkt dat de koning dit met geweld wil stoppen
Te wapen!

Staten-Generaal
Een vergadering van de drie standen die de koning bijeen kan roepen
Nationale Vergadering
Een vergadering van de derde stand. Deze was het niet eens met de Staten-Generaal en richtte daarom een eigen vergadering op.

Slide 16 - Slide

Bestorming van de Bastille
14 juli 1789

  • De koning stuurt het leger naar Parijs om eventueel in te grijpen. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 
  • De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 17 - Slide

La grande peur
 
Ruïnes van de torens de oude abdij van Mont Saint-Eloi
Op een heuvel met uitzicht op Arras getuigen twee verminkte torens op de Mont Saint-Eloi van de grootsheid van een abdij die over de hele Artois uitstraalde.

De kerk doet tijdens de Franse Revolutie dienst als bouwmaterialenfonds. Alleen de witte torens en het portiek van de westelijke gevel blijven bewaard.
  • Edelen en geestelijken aangevallen
  • Privileges afgeschaft
  • 1789: Rechten van de Fransen vastgelegd in de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger
  • Verlichting in de praktijk: 
  • 1) Mensen gelijk en vrij
  • 2) Volkssoevereiniteit
  • 3) Wetten voor algemene wil.

Slide 18 - Slide

1791: Nieuwe grondwet
  • Frankrijk = constitutionele monarchie me censuskiesrecht.
  • Erfelijke titels afgeschaft
  • Scheiding der machten
  • Opheffen kloosterordes.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

De Jakobijnen
  • Revolutionairen niet tevreden met de grondwet
  • Politieke clubs in het land (1789)
  • Grootste: club der Jakobijnen (radicaal!)
  • Vervangen de constitutionele monarchie met censuskiesrecht voor republiek met algemeen mannenkiesrecht.

Slide 21 - Slide

Robespierre
  • Bewonderaar van Rousseau 
  • Leus: vrijheid, gelijkheid en broederschap
  • Aanhang Jakobijnen groeit door wangedrag van Lodewijk XVI
  • Leider van de nieuwe regering (volgende slide)
  • Iedereen die het niet met hem eens was, was vijand algemene wil
  • Veel doden
  • Olympe de Gouges: schreef Verklaring van de rechten van de vrouw. Ook vermoord

Slide 22 - Slide

De Tweede Revolutie (1792-1799)
  • Jakobijnen delen wapens uit aan menigte 
  • Bestormen paleis
  • Roepen de Republiek o.l.v. Jakobijnen
  • Algemeen stemrecht
  • Scheiding der Machten.

Slide 23 - Slide

Staatsgreep Napoleon
november 1799
  • Politieke chaos blijft tot staatsgreep
  • Dictator
  • Kroont zich in 1804 keizer
  • Verovert grote delen Europa
  • Code Napoléon: alle mannen als burger gelijke rechten. Revolutionaire ideeën vastgelegd in deze wetboeken.

Slide 24 - Slide

Erfenis van Napoleon
  • Verkeer: rechts rijden
  • Burgerlijke stand: aangifte van geboorte en sterfte
  • Code Napoleon
  • Invoering van achternamen
  • Invoering van het metrieke stelsel (meters, kilometers)
  • Nederland wordt echt één land.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video