hebben of zijn VVT

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

6 april A2 en B1 samen

* Klein filmpje journaal

* Lesson up

*na de pauze: Liedje en onreg ww

Toetsen afspreken thema 2 dinsdag 13 april (Ramadan...) of maandag 12 april?

A2

*opdr hebben/zijn

*nakijken

*email, recept, kaartje

*Foto's met eerst - dan -daarna ten slotte

B1

*naar de dokter

* zinnen blz 74 in de kring

* boek nakijken

* wat snap je niet?

*Taalkaart 3 en 4

* Taalkaart 6

hebben en zijn

in de voltooide tijd

doel

Je weet al wat de voltooide tijd is, je weet van de kofschip -regel?

Nu: Wanneer Hebben en wanneer Zijn gebruiken in de Voltooide tijd (VVT).

Straks weet je dit!

Blz 97 A2 Taalcompleet/

B1 blz 69

bekijk de zinnen:

Wij hebben in de bergen gewandeld.

Wij hebben 100 km gefietst.

We zijn naar Domburg gewandeld.

We zijn naar Middelburg gefietst.

Wat is het verschil?

Staat er een RICHTING in de zin?

Dan gebruik je ZIJN in de VVT.

Ik ben naar Frankrijk geweest.

Als er NAAR in de zin staat is het duidelijk - naar geeft een richting aan

Ik ...... gisteren aan je gedacht

1. heb
2. ben

Jij ........ veel gegeten

1. hebt
2. bent

...... jij naar school geweest?

1. heb
2. ben

.......jullie naar de film gegaan?

1. hebben
2. zijn

ww met ZIJN

zijn: Ik ben naar Frankrijk gefietst.

komen: Jij bent naar Frankrijk gekomen.

beginnen: De les is begonnen.

worden: Wij zijn ziek geworden.

gaan: Zijn jullie met het vliegtuig gegaan?

blijven: Zijn jullie in Nederland gebleven?

A2 :maken:

Blz 93 (meervoud) nakijken.

blz 98 en 99 maken.

opdr 141 heb je een kopie voor nodig.