1.4 de Nederlandse opstand 14-11

Welkom
Pak voor je:
  • Gesloten iPad/boeken;
  • Schrift
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Pak voor je:
  • Gesloten iPad/boeken;
  • Schrift

Slide 1 - Slide

Planning
Deze les:
  • Huiswerk nakijken;
  • Begrippen tekenen;
  • Lesstof.

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Leg je werkboek open op vraag 1, 2 en 3

Slide 3 - Slide

Begrippen:
  1. Landvoogd
  2. de Nederlanden
  3. Centralisme
  4. Raad der beroerten (bloedraad)
  5. Beeldenstorm
  6. Protestantisme
  7. Rooms-katholiek
  8. Hagenpreek
  9. de Opstand
Opzet:
  • Werk samen met buurman of -vrouw (tweetal);
  • Een persoon kiest een begrip uit;
  • Dit teken je op je iPad (notitie, whiteboard, etc.);
  • Raadt de ander het, punt voor de ander;
  • Wissel de rollen (tekenaar/rader) om.

Slide 4 - Slide

Paragraaf 1.4
Verdeeldheid in de Nederlanden

Slide 5 - Slide

De Opstand begint (herhaling)
  • Veel protestanden vluchtten naar het buitenland (ook Willem van Oranje)
  • Hij was een voorstander van godsdienstvrijheid en tegen het centrale bestuur van Filips II.
  • De hertog van Alva pikte vervolgens het hele Nederlandse bezit van Willem van Oranje in.

Slide 6 - Slide

  • Hij kreeg hulp van watergeuzen: vluchtelingen die als een soort van piraten de wateren rond Nederland onveilig maakten.

Slide 7 - Slide

De Opstand begint
  • In 1568 viel het leger van Willem van Oranje vanuit het oosten van de Nederlanden aan.
  • Begin Nederlandse Opstand.
  • Werden verslagen door het Spaanse leger.
  • In 1572 eerste overwinning:
  • Watergeuzen veroverden Den Briel.

Slide 8 - Slide

De Opstand begint
  • Meer plaatsen in Holland en Zeeland sloten zich bij de Opstand aan.
  • Ook buiten Holland en Zeeland kwamen nu steden in opstand.

Slide 9 - Slide

Grimmige strijd
  • Spanjaarden sloegen hard terug en heroverden in 1572 enkele steden. 
  • Uit angst voor wraak gaven veel steden zich zonder strijd over.
  • Overgebleven steden gaven zich niet zo maar meer over.
  • Opstandelingen behaalden ook overwinningen.

Slide 10 - Slide

Grimmige strijd
  • Stedelingen staken de dijken rondom de stad door, zodat het land rondom de stad onder water kwam te staan.
  • Spaanse leger was een huurleger. Kregen zij geen geld, dan vochten ze niet.
  • Plunderingen zorgden voor veel boosheid onder de burgers.

Slide 11 - Slide

De Nederlanden raken verdeeld
  • Ook de opstandelingen gebruikten huurlegers.
  • Om die te kunnen betalen moest er samengewerkt worden.
  • De noordelijke gewesten sloten in 1579 een gezamenlijk verbond tegen de Spaanse koning: Unie van Utrecht. 

Slide 12 - Slide

De Nederlanden raken verdeeld
  • In 1588 leek de toestand voor de opstandelingen uitzichtloos:
  1. In 1584 was Willem van Oranje vermoord.
  2. Antwerpen werd in 1585 heroverd door de Spanjaarden.
  3. Er waren nog maar een paar gewesten in handen van de Opstandelingen.




Slide 13 - Slide

Stelling
Welk begrip past beter: De Nederlandse opstand of tachtigjarige oorlog?

Huiswerk voor 16-11:
  • Maak vraag 4 en 6.

Slide 14 - Slide