Les 3

Periode 4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Periode 4

Slide 1 - Slide

Vorige les
1) Benoemen van de 6 functies van evalueren.
2) Benoem het begrip evalueren.
3) 4 momenten van evalueren
4) PDCA-begrip benoemen

Slide 2 - Slide

LEES 10.3


Voor jezelf 

Slide 3 - Slide

Quiziz


Maak de quiziz
joinmyquiz.com

795496

Slide 4 - Slide

In het boek worden vier momenten genoemd die zich goed lenen om wat nadrukkelijker te evalueren. Welke vier momenten zijn dat?

Slide 5 - Open question

1. Begin van de les

2. Einde van de les

3. Na de les

4. Na een serie van lessen (langere periode)

Slide 6 - Slide

Doelen vandaag 


1) Benoemen van 2 manieren van evalueren.


2) Benoemen van methoden om bovenstaande manieren uit te voeren. 

Slide 7 - Slide

Manieren van evalueren
Product evaluatie =



Proces evaluatie = 

Slide 8 - Slide

Manieren van evalueren
Product evaluatie = Gaat over het eindresultaat.

We onderscheiden dan kwantitatieve- & kwalitatieve evaluatie.


Kwantitatief = score, tijden, standen etc.
Kwalitatief = Kwaliteit van de wedstrijd/oefening. 

Slide 9 - Slide

Manieren van evalueren
Proces evaluatie = Gaat over de lesonderdelen.


Welke lesonderdelen bedoel ik? 



Slide 10 - Slide

Proces evaluatie
Met lesonderdelen worden de didactische componenten bedoeld. 

Welke vragen kan je stellen?

Slide 11 - Slide

Evaluatie methoden



Met welke methoden kan je het product evalueren?


Met welke methoden kan je het proces evalueren? 




Slide 12 - Slide

 Product: Wedstrijdje doen, circuittraining, testjes etc.


Proces: Individuele gesprekken, groepsgesprekken of een evaluatie formulier laten invullen. 

Slide 13 - Slide

Pauze

Slide 14 - Slide

Opdrachten
Maken: Opdracht 5,6,7,8. (In je eentje)

Klaar maak een samenvatting van 10.3 + 10.4 +10.5 

Slide 15 - Slide

Kahoot

Slide 16 - Slide

Noem 3 evaluatiemethoden voor procesevaluatie

Slide 17 - Open question

CHECK
1) Benoemen van 2 manieren van evalueren


2) Benoemen van methoden om bovenstaande manieren uit te voeren. 

Slide 18 - Slide

Op welke momenten kunnen we evalueren? 

Slide 19 - Slide