H3 wg

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Deze les; 

- Herhaling theorie vorige les lezen H1 t/m 3

- Nakijken opdr. 1+2+ 3 of 4 blz. 91

- Instructie wg= werkwoordelijk gezegde

- Denken, doen, uitwisselen opdr. 1 + 2 blz. 109

- Kies opdr. 3, 4 of 5

- Klaar; - boek lezen

                - test prikker (lezen theorie blz. 111)

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Globaal lezen?

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Waar vind je de hoofdgedachte in een tekst.

1. in de inleiding
2. inleiding of in het slot
3. in het middenstuk
4. in het slot

Welke leesstrategie pas je toe om de hoofdgedachte van een tekst te bepalen?

1. zoekend lezen
2. globaal lezen
3. oriënterend lezen
4. precies lezen

Nakijken opdr. 1+2+3 of *4

- Samen opdr. 1 +2 klassikaal

- Opdr. 3 of *4 nakijkblad 

- Klaar; - lezen theorie blz. 109 + 111 zinsdelen

                - onderstrepen ww op kopie opdr. 1

Zinsdelen; doel wg= werkwoordelijke gezegde

- pv; - tijdproef- altijd een ww

- ow;- wie/wat +pv ? = 

- wg; - alle ww in een zin

Doel; zinsdeel wg leren herkennen

Powerpoint

De bruid en bruidegom hebben elkaar het jawoord gegeven.

1. hebben
2. hebben elkaar
3. hebben gegeven
4. gegeven

Niels schept altijd te veel eten op.

1. schept
2. schept altijd
3. schept altijd op
4. schept op

Aarzelend liep zijn vader op de wiebelende boomstam.

1. aarzelend
2. aarzelend liep
3. liep
4. liep zijn

Mevr. Kuiperij gleed uit over een bananenschil.

1. gleed
2. mevr. Kuiperij
3. banananschil
4. gleed uit

Aan de slag; blz. 109 + 110

- Denken, doen, uitwisselen

opdr. 1 + 2 kopie; onderstreep alle ww.

        --> geef kleur aan pv+ ow+ wg

- Kies opdr. 3 of 4 of 5

         --> verdeel in zinsdelen+ geef kleur aan pv+ ow+ wg

- Klaar; boek lezen/ theorie blz. 111 + test prikker

Opdracht 1

1 kunnen bereiken  
2 zal verbruikt zijn  
3 hebben gevonden  
4 stel (uit)  
5 kunnen leggen   
6 zou gestolen hebben  
7 winnen (in)  

Opdracht 2

1 ow = Dolfijnen; wg = kunnen bereiken  
2 ow = alle brandstof in onze zon; wg = zal verbruikt zijn  
3 ow = archeologen; wg = hebben gevonden  
4 ow = jij; wg = stel uit  
5 ow = Wenkvliegjes; pv = kunnen leggen   
6 ow = Deze winkeldief; pv = zou gestolen hebben  
7 ow = krakers; wg = winnen in