Leerdoel 1 - §4.1 kracht en beweging - 3A3

Arbeid & energie

Lesplanning:
  1. Uitleg kracht en beweging
  2. Zelfstanig werken aan leerdoel 1
  3. Toetsinzage
  4. Uitleg leerdoel 2
  1. Afsluiting: check leerdoel 1

HW: starten met leerdoel 2
leerdoel 1
kracht en soorten beweging
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Arbeid & energie

Lesplanning:
  1. Uitleg kracht en beweging
  2. Zelfstanig werken aan leerdoel 1
  3. Toetsinzage
  4. Uitleg leerdoel 2
  1. Afsluiting: check leerdoel 1

HW: starten met leerdoel 2
leerdoel 1
kracht en soorten beweging

Slide 1 - Slide

Arbeid en energie
  • studiewijzer
  • §4.1 (leerdoel 1)
  • §4.2 (leerdoel 2)
  • §4.3 (eierproef)
  • §5.1 (leerdoel 3)

Slide 2 - Slide

Leerdoel 1
Je kan de resulterende kracht berekenen bij meerdere krachten langs een lijn. En je kan nagaan of er een versnelling of vertraging is op basis van de resulterende kracht, het s,t-diagram en een v,t-diagram.

Slide 3 - Slide

meter per seconde
v
s
t

Slide 4 - Drag question

vertraagde
beweging
eenparige
beweging
versnelde
beweging

Slide 5 - Drag question

Eenparige beweging
(s,t)-diagram
(v,t)-diagram

Slide 6 - Slide

Versnelde beweging
(s,t)-diagram
(v,t)-diagram

Slide 7 - Slide

Vertraagde beweging
(s,t)-diagram
(v,t)-diagram

Slide 8 - Slide

soorten krachten

Slide 9 - Mind map

Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 10 - Drag question

Resulterende kracht

Slide 11 - Slide

Resulterende kracht

Slide 12 - Slide

Resulterende kracht 

Slide 13 - Slide

Een voorwerp heeft een constante snelheid tenzij er een nettokracht op het voorwerp werkt.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide


De beweging van de scooter is een ...
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging

Slide 18 - Quiz


De beweging van de fiets
is een ...
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging

Slide 19 - Quiz

Hoe groot is de wrijvingskracht, zolang je duwt tegen een kist, maar deze niet beweegt?
A
Even groot als de spierkracht.
B
Kleiner dan de spierkracht.
C
Groter dan de zwaartekracht.
D
Groter dan de spierkracht.

Slide 20 - Quiz

Hoe groot is de wrijvingskracht als je met een kracht van 900 N duwt en de kist met een constante snelheid beweegt?
A
0 N
B
300 N
C
600 N
D
900 N

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Aan de slag  
met leerdoel 1 volgens de studiewijzer.
Werk vanuit het papieren boek.
Noteer de berekeningen in je schrift.  
timer
20:00

Slide 23 - Slide

Toetsinzage

Slide 24 - Slide

Vraag 9 en 10

Slide 25 - Slide

Vraag 11
Twee gloeilampen  (60 W)   P = 120 W
Twee ledlampen (13 W)         P = 26 W

t = 650 uur per jaar

0,23 euro per kWh

besparing per jaar = ?

Slide 26 - Slide

Leerdoel 2 
arbeid

Je kan uitleggen of een kracht een positieve, negatieve of geen arbeid verricht. En je kan rekenen met de formule W = F * s.

Slide 27 - Slide

Arbeid
De hoeveelheid energie die  een voorwerp krijgt (of afstaat) door het met een kracht over een afstand te verplaatsen. 

Slide 28 - Slide

Als je een object vasthoudt maar je beweegt niet. 

Dan verricht je geen arbeid!

Slide 29 - Slide

Welke kracht verricht hier arbeid?

Slide 30 - Open question

Arbeid



                                         W       Arbeid         J of Nm
                                         F         Kracht        N
                                         s         afstand      m

W=Fs

Slide 31 - Slide

Negatieve arbeid
W=Fs
WFsp=2000,8=160Nm
WFz=2000,8=160Nm

Slide 32 - Slide

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.
Bereken de arbeid die de onderstaande krachten verrichten.
Spierkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
500 Nm
0 Nm
6000 Nm
-500 Nm
6000 Nm

Slide 33 - Drag question

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.
WFsp=5010=500Nm
WFw=5010=500Nm
WFz=6000=0Nm

Slide 34 - Slide

Arbeid is gelijk aan het oppervlakte onder een afstand,kracht-grafiek.

Slide 35 - Slide

Huiswerk:
In je schrift maken en nakijken
§4.2 opgave 15 t/m 19

Slide 36 - Slide

Check leerdoel 1

  1. Individueel
    Teken in alle drie de momenten de krachten die op de steen werken.

  2. Tweetallen
    Kom samen tot een antwoord.

Een persoon gooit een steen de lucht in. In de linker afbeelding beweegt de steen omhoog, in de middelste afbeelding blijft de steen een moment stilstaan op zijn hoogste punt en in de rechter afbeelding valt de steen naar beneden. 
timer
2:00

Slide 37 - Slide

Om een voorwerp te versnellen heb je een ... nodig.

Slide 38 - Open question