2.2 Zuivere stoffen en mengsels

2.2 Zuivere stoffen en mengsels
2.2 Zuivere stoffen en mengsels
Bladzijde 42
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2.2 Zuivere stoffen en mengsels
2.2 Zuivere stoffen en mengsels
Bladzijde 42

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  1. Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
  2.  Je weet wat een oplossing en een suspensie is en geeft voorbeelden.
  3.  Je weet hoe je stoffen kunt scheiden door middel van filtreren en extraheren.

Slide 2 - Slide



Mengsel: een stof dat uit twee of meer verschillende stofdeeltjes bestaat.


Zuivere stof:
wanneer de stof uit alleen uit dezelfde stofdeeltjes (moleculen) bestaat.
Mengsels en zuivere stoffen

Slide 3 - Slide

Zuivere stof of mengsel? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)
Een oplossing blijft ALTIJD gemengd.

Slide 6 - Slide

Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
  • Een voorbeeld van een suspensie is verf.

  • Een suspensie is een vloeistof waarin een fijn verdeelde vaste stof zweeft.

Slide 7 - Slide

Suspensies
Een ander voorbeeld van een suspensie is een mengsel van grond en water.

  • Als je een suspensie een tijdje laat staan dan zakt de vaste stof naar de bodem.
  • We noemen dit bezinken.

Slide 8 - Slide


Oplossing
  • Oplossing: wanneer een stof oplost in een oplosmiddel (meestal water)
  • Een oplossing is altijd helder: je kan er doorheen kijken 
  • Een oplossing kan kleurloos of gekleurd zijn



Suspensie
  • Suspensie: kleine vaste stofjes die zweven in een vloeistof. 
  • Een mengel is troebel: ondoorzichtig, je kan er niet doorheen kijken. 
  • Een mengsel kan wit of gekleurd zijn.​


Mengsels

Slide 9 - Slide

Filtreren
Je kunt stoffen in een mengsel op allerlei manieren van elkaar scheiden. Een suspensie kun je scheiden door te filtreren.
  • De vaste deeltjes blijven achter in het filter: residu
  • De vloeistof die door het filter heen gaat: filtraat.

Slide 10 - Slide

Extraheren
Je kunt stoffen in een mengsel op allerlei manieren van elkaar scheiden. Extraheren wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het zetten van koffie of thee.

  • Je gebruikt een vloeistof (oplosmiddel) om de geur, kleur en smaakstoffen uit de koffiebonen of theeblaadjes te halen.

Slide 11 - Slide

Residu




Filtraat

Slide 12 - Slide

Residu
Filtraat

Slide 13 - Drag question

Thee met suiker is een ...................., want het is




 .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 14 - Drag question

Sinaasappelsap is een ...................., het blijft .................... 




goed gemengd, want de sliertjes in het vruchtvlees zakken .................... naar de bodem. 
Oplossing
Suspensie
Wel
Niet
Wel
Niet

Slide 15 - Drag question

Een energiedrank zoals redbull is een  ...................., 




want het is .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 16 - Drag question

Karnemelk is een  ...................., 




want het is .................... en blijft .................... goed gemengd. 
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet

Slide 17 - Drag question

Ik snap de leerdoelen:
Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren.
A
Ja, ik begin het te begrijpen
B
Nee, ik begrijp het nog niet
C
Sommige dingen wel, sommige dingen niet.

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
Maak de vragen bij 2.2

Klaar?
Maak de test jezelf van 2.1 en 2.2 (online)

Slide 19 - Slide

Leerdoelen check 

  1. Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
  2.  Je weet wat een oplossing en een suspensie is en geeft voorbeelden.
  3.  Je weet hoe je stoffen kunt scheiden door middel van filtreren en extraheren.

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Maak de vragen bij 2.2

Klaar?
Maak de test jezelf van 2.1 en 2.2 (online)

Slide 21 - Slide

Extra uitleg nodig
Hieronder vind je extra uitleg (filmpjes en tekst)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Zuivere stoffen en mengsels
Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 
  • Zuivere stoffen bestaan uit een soort molecuul. 
  • Alle moleculen in een zuivere stof zien er hetzelfde uit.
  • Kristalsuiker is een voorbeeld van een zuivere stof.

Slide 25 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.
  • Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen. 
  • De moleculen in een mengsel zien er verschillend uit.
  • Frisdranken zijn voorbeelden van mengsels.

Slide 26 - Slide

Zuivere stof/ mengsel

Slide 27 - Slide