This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
2.2 Zuivere stoffen en mengsels
2.2 Zuivere stoffen en mengsels
Bladzijde 42
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
Je weet wat een oplossing en een suspensie is en geeft voorbeelden.
Je weet hoe je stoffen kunt scheiden door middel van filtreren en extraheren.
Slide 2 - Slide
Zuivere stof of mengsel?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.
Een voorbeeld van een oplossing is thee.
De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn.
Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)
Een oplossing blijft ALTIJD gemengd.
Slide 5 - Slide
Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
Een voorbeeld van een suspensie is verf.
Een suspensie is een vloeistof waarin een fijn verdeelde vaste stof zweeft.
Slide 6 - Slide
Suspensies
Een ander voorbeeld van een suspensie is een mengsel van grond en water.
Als je een suspensie een tijdje laat staan dan zakt de vaste stof naar de bodem.
We noemen dit bezinken.
Slide 7 - Slide
Oplossing
Oplossing: wanneer een stof oplost in een oplosmiddel (meestal water)
Een oplossing is altijd helder: je kan er doorheen kijken
Een oplossing kan kleurloos of gekleurd zijn
Suspensie
Suspensie: kleine vaste stofjes die zweven in een vloeistof.
Een mengel is troebel: ondoorzichtig, je kan er niet doorheen kijken.
Een mengsel kan wit of gekleurd zijn.
Mengsels
Slide 8 - Slide
Filtreren
Je kunt stoffen in een mengsel op allerlei manieren van elkaar scheiden. Een suspensie kun je scheiden door te filtreren.
De vaste deeltjes blijven achter in het filter: residu
De vloeistof die door het filter heen gaat: filtraat.
Slide 9 - Slide
Extraheren
Je kunt stoffen in een mengsel op allerlei manieren van elkaar scheiden. Extraheren wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het zetten van koffie of thee.
Je gebruikt een vloeistof (oplosmiddel) om de geur, kleur en smaakstoffen uit de koffiebonen of theeblaadjes te halen.
Slide 10 - Slide
Residu
Filtraat
Slide 11 - Slide
Aan de slag!
Maak de vragen bij 2.2
(vraag 1 t/m 8 blz. 54-55)
Klaar?
Proefje
Slide 12 - Slide
Leerdoelen check
Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
Je weet wat een oplossing en een suspensie is en geeft voorbeelden.
Je weet hoe je stoffen kunt scheiden door middel van filtreren en extraheren.
Slide 13 - Slide
Huiswerk
Maak de vragen bij 2.2
Klaar?
Practicum
Slide 14 - Slide
Pak je laptop erbij, dan volgt nu een korte quizz..
Slide 15 - Slide
Karnemelk is een ....................,
want het is .................... en blijft .................... goed gemengd.
Oplossing
Suspensie
Troebel
Helder
Wel
Niet
Slide 16 - Drag question
Ik snap de leerdoelen: Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels. Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden. Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren.
A
Ja, ik begin het te begrijpen
B
Nee, ik begrijp het nog niet
C
Sommige dingen wel, sommige dingen niet.
Slide 17 - Quiz
Extra uitleg nodig
Hieronder vind je extra uitleg (filmpjes en tekst)
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Zuivere stoffen en mengsels
Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd.
Zuivere stoffen bestaan uit een soort molecuul.
Alle moleculen in een zuivere stof zien er hetzelfde uit.
Kristalsuiker is een voorbeeld van een zuivere stof.
Slide 21 - Slide
Zuivere stoffen en mengsels
Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.
Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen.
De moleculen in een mengsel zien er verschillend uit.