H6 Chemische reacties, herhalingstoets

H6 Chemische reacties


Opmerkingen: 

  • Geen boek gebruiken, Kladpapier mag
  • Goed lezen
  • Bij meerkeuzevragen staan de antwoorden niet altijd op logische volgorde, goed lezen!
  • Succes

1 / 31
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H6 Chemische reacties


Opmerkingen: 

  • Geen boek gebruiken, Kladpapier mag
  • Goed lezen
  • Bij meerkeuzevragen staan de antwoorden niet altijd op logische volgorde, goed lezen!
  • Succes

Slide 1 - Slide

Wat wordt er met de volgende definitie bedoeld?
Het kleinste deeltje van een stof die nog alle eigenschappen van die stof bevat.
A
molecuul
B
atoom
C
element
D
ion

Slide 2 - Quiz

Hiernaast is het ontstaan van ammoniak getekend.

- hoeveel moleculen heb je voor de reactie?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 3 - Quiz

Hiernaast is het ontstaan van ammoniak getekend.

- hoeveel moleculen heb je na de reactie?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 4 - Quiz

Hiernaast is het ontstaan van ammoniak getekend.

- Wat kun je zeggen over het aantal moleculen voor en na de reactie?
A
gelijk
B
niet gelijk

Slide 5 - Quiz

Hiernaast is het ontstaan van ammoniak getekend.

- hoeveel soorten atomen heb je voor de reactie?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 6 - Quiz

Hiernaast is het ontstaan van ammoniak getekend.

- hoeveel soorten atomen heb je na de reactie?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 7 - Quiz

Hiernaast is het ontstaan van ammoniak getekend.

- Wat kun je zeggen over het aantal atomen per atoomsoort voor en na de reactie?
A
meer
B
minder
C
gelijk

Slide 8 - Quiz

In periodiek Systeem (PS) zijn alle elementen gerangschikt op massa. Hoe noem je de verticale rijen in het PS?
A
groepen
B
metalen
C
perioden
D
niet-metalen

Slide 9 - Quiz

Waar staan de edelgassen in het periodieksysteem
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 17
D
groep 18

Slide 10 - Quiz

koolstofdioxide bestaat uit 1 atoom koolstof en 2 atomen zuurstof.
Welke formule is juist?

koolstof = C zuurstof = O
a:    CO2
b:    CO2
c:     C2O
d:     C2O


A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 11 - Quiz

water bestaat uit 2 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof.

Welke formule is juist?

waterstof = H zuurstof = O
a:    HO2
b:    HO2
c:     H2O
d:     H2O


A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 12 - Quiz

ammoniak bestaat uit 1 atoom stikstof en 3 atomen waterstof.

Welke formule is juist?

stikstof = N waterstof = H
a:    N3H
b:     NH3
c:    NH3
d:     N3H     


A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 13 - Quiz

Alcohol bestaat uit 2 atomen koolstof, 6 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof.
Welke formule is juist?
koolstof = C waterstof = H zuurstof = O
a:    C2H6O
b:    2C6H1O
c:     C2H6O     


A
a
B
b
C
c

Slide 14 - Quiz

Glucose bestaat uit 6 atomen koolstof, 12 atomen waterstof en 6 atomen zuurstof.
Welke formule is juist?
koolstof = C waterstof = H zuurstof = O
a:    C6H6O12
b:    C6H12O6
c:     C12H6O6     


A
a
B
b
C
c

Slide 15 - Quiz


.. P  +   .. O2   
.. P2O5   

Slide 16 - Open question


.. H2  +   .. O2   
.. H2O   

Slide 17 - Open question


.. Fe2O3   
.. Fe  +   .. O2   

Slide 18 - Open question


.. C3H8  + .. O2   
.. CO2  + ... H2O   

Slide 19 - Open question


.. CO2  + .. H2O   
.. C6H12O6  + .. O2   

Slide 20 - Open question


.. C4H10  + .. O2   
.. CO2  + ... H2O   

Slide 21 - Open question


.. CH4S2O6 + .. O2   
.. CO2  + ... H2O  + ... SO2   

Slide 22 - Open question


A
vormingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
ontledingsreactie

Slide 23 - Quiz


A
vormingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
ontledingsreactie

Slide 24 - Quiz

Als iets verhit wordt zonder zuurstof is het dan een verbrandingsreactie of ontledingsreactie?
A
Verbrandingsreactie
B
Ontledingsreactie

Slide 25 - Quiz

Bij een verbrandingsreactie komt warmte vrij. Deze reactie is...
A
exotherm
B
endotherm

Slide 26 - Quiz

Roesten van een oude fiets is een ...
A
Fase-overgang
B
verbrandingsreactie
C
Vorming van een mengsel
D
ontledingsreactie

Slide 27 - Quiz

Welke van deze reacties is of zijn een vormingsreactie?

1: zilverchloride --> zilver + chloor
2: ijzer + zuurstof --> ijzeroxide
3: suiker --> koolstof + water + waterstof
A
1
B
2
C
3
D
1 en 3

Slide 28 - Quiz

Natrium reageert met zuurstof in de verhouding 1 : 2,2. Hoeveel gram blijft er over van welke stof als 150 gram natrium reageert met 350 gram zuurstof?
Reactie: 4 Na (s) + O2 (g) → 2 Na2O (s)

Slide 29 - Open question

2. Aluminium reageert met chloor in de verhouding 2 : 5. Hoeveel gram heb je te kort van welke stof als je 125 gram aluminium laat reageren met 200 gram chloor?
Reactie: 2 Al (s) + 3 Cl2 (g) → 2 AlCl3 (s)

Slide 30 - Open question

Zwaveldioxide reageert met zuurstof in de verhouding 3: 3,5. Hoeveel gram hou je over van welke stof als je 200 gram zwaveldioxide laat reageren met 300 gram zuurstof?
Reactie: 2 SO2 (g) + O2 (g) → 2 SO3 (g)

Slide 31 - Open question