Middeleeuwen V6 (les 6 SE02)

Middeleeuwen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Middeleeuwen

Slide 1 - Slide

Vroegchristelijke kunst 50-500
Apsis
Middenschip
Arcaden
Zijbeuken

Slide 2 - Slide

Was het echt zo slecht 
in de middeleeuwen?
Kloostergemeenschappen
Bron van kennis en welvaart

Slide 3 - Slide

Opbloeiende handel, markten op gemakkelijk bereikbare plaatsen. Het ontstaan van een stad (dicht op elkaar = slechte hygiëne). Kloosters vestigen in de stad (en zorgen voor onderwijs en ziekenzorg), dit zorgt voor verbintenis kerk en stad. 
Kerk als hart van de middeleeuwse stad

Slide 4 - Slide

Kunst in dienst van het christelijke geloof
van ambachtsman naar kunstenaar in de renaissance

Slide 5 - Slide

Byzantijse kunst
500-1453
Byzantium = Constantinopel = Istanboel
Kruispunt Azië en Europa, nieuwe Rome

Staat bekend om zijn iconen, die de orthodoxe christenen gebruiken bij hun gebeden. 

Hagia Sophia, kerk wordt in de zesde eeuw gebouwd, ontworpen door wiskundigen. (Centraalbouw) Sinds 2020 weer in gebruik genomen als moskee. 

Weinig plasticiteit, zwarte contouren, pas in de 14de eeuw lukt het Giotto om figuren op plat vlak ruimtelijk weer te geven. 

Slide 6 - Slide

Romaans 1000-1200 schilderkunst
- Vorm: vooral muurschilderingen/fresco's ter decoratie van de kerk en illustraties in boeken (in scriptoria gemaakt door monniken).

- Figuren sterk vereenvoudigd/gestileerd, niet realistisch of natuurgetrouw (onjuiste anatomie, proporties kloppen niet, geen gezichtsuitdrukking).

- Figuren zijn schematisch/lineair van karakter (ze lijken op elkaar en zijn herkenbaar aan symbolen), lijnen zoals haren of plooien hebben een decoratieve functie, vlakken opgevuld met kleuren hierdoor geen/nauwelijks ruimte illusie

- Functies: didactisch (verbeelding van Bijbelverhalen), eerbetoon aan God, ter decoratie/versiering.

Slide 7 - Slide

Romaans 1000-1200 beeldhouwkunst
- Belangrijke heilige (bijvoorbeeld Jezus)  groter en centraler in compositie.

- Heiligen sterk vereenvoudigd/gestileerd, niet realistisch of natuurgetrouw (onjuiste anatomie, geen gezichtsuitdrukking)

- Heiligen lijken veel op elkaar, zijn vooral herkenbaar aan symbolen die ze vasthouden.

- Op of aan kerken geplaatst (in timpaan/boogveld, portaal, kapitelen).

- Functies: didactisch (verbeelding van Bijbelverhalen), eerbetoon aan God, ter decoratie/versiering.

Slide 8 - Slide

Gotiek 1140-1500 schilderkunst

Vroege gotiek:
- Weinig ruimteweergave, vaak gouden achtergrond.
- Wel iets plasticiteit.

Hoog gotiek:
- Meer realisme en details (zware plooival).
- Ruimte wordt beter weergegeven, bv. een landschap als achtergrond.

Late gotiek:
- Grote aandacht voor details (zware plooival).
- Gebrekkig lijnperspectief.
- Stereotype weergave van figuren/scènes en symbolisch kleurgebruik (wit=zuiver, blauw=hemels, goud=goddelijk)
- Redelijke anatomie.

Slide 9 - Slide

Gotiek 1140-1500 beeldhouwkunst
- In vroege gotiek stijve pilaarbeelden, later komen ze meer los van de wand (S-houding/contrapost). Dramatisering. 

- Anatomie is vrij goed weergegeven (steeds meer emotie in gezichtsuitdrukkingen).

- Plooival in kleding is realistischer weergegeven (bij Gotiek vaak zware, hoekige plooival).

- Ook gedetailleerde houten beschilderde beelden met een goede stofuitdrukking.

- Grote altaarstukken (meerluiken met verschillende voorstellingen) met kostbaar beeldhouwwerk waarvan luiken gesloten kunnen worden.

Slide 10 - Slide

Jeroen Bosch
Naar middeleeuws gebruik verwerkt Bosch veel christelijke verhalen en symbolen, maar ook verwijzingen naar volkscultuur. Bosch' werk is zo origineel en technisch goed uitgevoerd, dat hij als geniale kunstenaar beter in het plaatje van de getalenteerde renaissancekunstenaar past dan in het middeleeuwse gedachtegoed, dat geen onderscheid maakt tussen kunstenaar en ambachtsman.

Slide 11 - Slide

pilaarfiguren in zuil
los van zuil, meer vrijstaand
emotieloos
meer emoties zoals lachen of lijden
statisch, strak, bewegingloos
dynamischer, houding losser
plooien ter decoratie
lossere plooien
vroeg gotiek
late gotiek

Slide 12 - Drag question