230217 NE spelling t.t.

Nederlands
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd

Klaarleggen: laptop
timer
5:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd

Klaarleggen: laptop
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Programma vandaag
  • Uitleg werkwoordspelling tegenwoordige tijd
  • Uitzondering
  • (Zelfstandig) werken aan opdrachten
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoel vandaag
  • Jullie weten hoe je een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet spellen.

Slide 3 - Slide

Herhaling - persoonsvorm vinden
  • Hoe kun je ook alweer de persoonsvorm vinden in een zin?

Slide 4 - Slide

Stam
  • Belangrijk: hoe maak je de stam van een werkwoord?
  • Haal -en van het werkwoord af: worden - word

Slide 5 - Slide

Stam+t ?
  • ik word
  • jij wordt
  • hij/zij/het wordt
  • wij/jullie/zij worden

Slide 6 - Slide

Uitzondering
  • In de tegenwoordige tijd schrijf je bij je/jij/hij/zij/het altijd de stam + t. Behalve:
  • Als er je/jij achter de pv staat en je/jij is het onderwerp

Slide 7 - Slide

Voorbeelden
  • Ik vind Indisch eten lekker.
  • Jij vindt Indisch eten lekker.
  • Wij vinden Indisch eten lekker.
  • Vind je Indisch eten lekker?
  • Vindt je zus Indisch eten lekker?

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken
  • Maken in learnbeat:
  • 1.3 Tegenwoordige tijd - opdracht 1-2

Klaar? Maak wat je nog niet af hebt in paragraaf 1.2
timer
6:20

Slide 9 - Slide

Afsluiting les
  • Terugblik lesdoel: wie weet hoe de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd gespeld moet worden?
  • Zijn er verder nog vragen? 
timer
5:00

Slide 10 - Slide