De grote Werk Quiz

De Grote Werk Quiz
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De Grote Werk Quiz

Slide 1 - Slide

Als je vast werk hebt krijg je loon. Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
A. Het nettoloon.
B
B. Het brutoloon.

Slide 2 - Quiz

Waaraan heeft atlete Dafne Schippers haar maatschappelijke positie vooral te danken?
A
A. Macht.
B
B. Kennis.
C
C. Geld.
D
D. Talent.

Slide 3 - Quiz

Als je eigen baas bent, heb je het vaak druk. Noem ook een voordeel van eigen baas zijn.

Slide 4 - Mind map

Wat is de goede volgorde als je werk zoekt?
  Sollicitatiebrief.
 

Sollicitatiegesprek.
Arbeidsovereenkomst.

Vacature in de krant.

1
2
3
4

Slide 5 - Drag question

Je gebruikt je netwerk als je een baan zoekt, wat is 'Netwerk'?:
A
A. in de krant.
B
B. via bekenden.
C
C. via het UWV.
D
D. via een uitzendbureau.

Slide 6 - Quiz

Als zwartwerker kun je:
A
A. een boete krijgen.
B
B. nooit ontslagen worden.
C
C. doorbetaald worden als je een ongeluk krijgt.
D
D. belasting terugvragen bij de Belastingdienst.

Slide 7 - Quiz

Wat staat er in een arbeidsovereenkomst?
A
A. Het loon.
B
B. De hoogte van de premies.
C
C. De straf op zwartwerken.
D
D. De sollicitatiebrief.

Slide 8 - Quiz

Je kunt aan werk komen door te solliciteren.
Noem twee manieren waarop je aan werk kunt komen:

Slide 9 - Open question

Zwartwerken heeft voor een werknemer veel nadelen. Maar er is meestal één voordeel.
Welk voordeel is dat?

Slide 10 - Open question

Met doorzettingsvermogen kun je klimmen op de maatschappelijke ladder.
A
A. juist.
B
B. onjuist.

Slide 11 - Quiz

Wat is een verzorgingsstaat?
Een land waar:
A
A. mensen bijna nooit een uitkering krijgen.
B
B. de overheid burgers helpt als dat nodig is.
C
C. de overheid mensen niet helpt.
D
D. mensen de overheid moeten helpen.

Slide 12 - Quiz

Een hoofdcommissaris van politie heeft een hoge maatschappelijke positie. Die heeft vooral te maken met:
A
A. macht.
B
B. geld.
C
C. kennis.
D
D. talent.

Slide 13 - Quiz

Noem 2 persoonlijke eigenschappen die belangrijk zijn als je op de maatschappelijke ladder wilt klimmen.

Slide 14 - Open question

Wat is de juiste volgorde van hoog naar laag op de maatschappelijke ladder?
Verkoper
Afdelingsmanager
Verkoopassistent
Directeur
1
2
3
4

Slide 15 - Drag question

Een werkgever zegt: “Ik neem niet iemand van 60 jaar aan. Mensen van die leeftijd zijn altijd ziek.”
Discrimineert de werkgever?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Als je bijstand krijgt, krijg je net genoeg voor eten, drinken, huur en kleding.
A
A. juist.
B
B. onjuist.

Slide 17 - Quiz

Meneer Joustra heeft altijd gewerkt. Hij wordt 67 jaar en stopt met werken. Hij krijgt nu ………
A
A. bijstand.
B
B. werkloosheidsuitkering.
C
C. AOW.
D
D. ziektegeld.

Slide 18 - Quiz

Elize (25) is secretaresse. Na drie jaar krijgt ze ontslag. Elize heeft recht op:
A
A. bijstand.
B
B. een werkloosheidsuitkering.
C
C. een AOW-uitkering.
D
D. loonbelasting.

Slide 19 - Quiz

Soms moet een bedrijf iemand ontslaan?
Geef 1 rede

Slide 20 - Mind map

Twee groepen mensen hebben vooral last van discriminatie op leeftijd. A. Welke twee groepen zijn dat? B. Wat is de reden van deze discriminatie op leeftijd?

Slide 21 - Open question

Grotere bedrijven moeten van de overheid verplicht mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen. Waarom heeft de overheid dit bepaald?

Slide 22 - Open question

Opstaande voet ontslag:
1. Roberto is taxichauffeur. Voor hij naar z’n werk gaat, heeft hij vijf biertjes gedronken.
2. Thera werkt in een ijssalon. In oktober wil haar baas haar ontslaan omdat de klanten het te koud vinden voor een ijsje.
A
A. Alleen in voorbeeld 1
B
B. Alleen in voorbeeld 2
C
C. In beide voorbeelden.
D
D. In geen enkel voorbeeld.

Slide 23 - Quiz

Werknemers betalen loonbelasting en premies voor werknemersverzekeringen. Aan wie betalen de werknemers die loonbelasting en premies?

Slide 24 - Open question