werkwoord faire in de présent en in de passé composé
doorloop deze LU in je eentje
als een onderdeel voor jou niet duidelijk is, begin je opnieuw totdat je het beheerst
als je klaar bent, check je met de rest van jouw werkgroep, het is de bedoeling dat jullie tegelijkertijd naar een ander LU gaan als iedereen uit het werkgroep het beheerst.