Deviant op weg naar 1F thema 2 spelling en grammatica deel 3

Nederlands
Via Vooraf
Op weg naar 1F

Thema 2
Gezondheid

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Via Vooraf
Op weg naar 1F

Thema 2
Gezondheid

Slide 1 - Slide

Check in
- Wie is er wel/ niet?
- Hoe zit je er bij vandaag?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?

Slide 2 - Slide

Verwachtingen
Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:
- luister je naar de instructie
- luister je als een ander de beurt heeft
- doe je actief mee
- let je op jezelf
- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Slide 3 - Slide

Doel: 
Aan het einde van deze les:

Weet jij wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Kun je ze herkennen in een zin.


Slide 4 - Slide

Vorige week
Vorige week:
Lidwoorden (de, het, een)
Zelfstandige naamwoorden
Deze week:
Bijvoeglijke naamwoorden
Maar eerst......terug naar vorige week

Slide 5 - Slide

Noem een zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Open question

Een zelfstandig naamwoord
     Kun je aanraken:


Je kunt er doorheen lopen:
De tafel
Het centrum

Slide 7 - Slide

Theorie
Blz 54:

We lezen samen de theorie.

Slide 8 - Slide

Kijk naar het plaatje

Slide 9 - Slide

Wat kun je zeggen over de boom?

Slide 10 - Mind map

De boom
Je kunt van alles zeggen over de boom:



De grote boom
De groene boom
De eenzame boom
De hoge boom
De dunne boom

Ze zeggen iets extra's over de boom. 

Dat noem je een:
bijvoeglijk naamwoord bijoeglijk naamwoord.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
In een zin kun je dit meestal terugvinden.
Je moet dan wel goed kijken.

Voorbeeld:
In de pauze was de grote jongen aan het voetballen.
De = lidwoord
grote = bijvoeglijk naamwoord
jongen = zelfstandig naamwoord
Het staat altijd in deze volgorde in een zin!

Slide 12 - Slide

Samen oefenen

Slide 13 - Slide

De mooie fiets stond in het fietsenhok.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
fiets
C
mooie
D
fietsenhok

Slide 14 - Quiz

De tafel is niet zo groot

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
de
B
tafel
C
zo
D
groot

Slide 15 - Quiz

Wat is het lidwoord?

Daar rijdt de nieuwe auto.


Slide 16 - Open question

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Hij rijdt op de nieuwe fatbike.

Slide 17 - Open question

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Hij chillt in het winkelcentrum.

Slide 18 - Open question

In de pauze was het erg druk

Wat is het lidwoord in deze zin?
A
druk
B
erg
C
pauze
D
de

Slide 19 - Quiz

De dunne dokter gaf mij
zware medicijnen.
(benoem alle 3)

Slide 20 - Open question

Het mooie meisje stond bij de tram.
(benoem alle 3)

Slide 21 - Open question

Maken
Opdracht 5 - blz 55
1. Onderstreep de bijvoeglijke naamwoorden in je boek.
LET OP: soms staan 2 of bijvoeglijke naamwoorden in een zin!!

Opdracht 6 - blz 55
Oefen met alles: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord.

Instructietafel: Des, Gwen, Gabrielle, Leona
Mevrouw Hoogkamer: Adriss, Nick, Ilyas

Slide 22 - Slide

Bespreken
We bespreken opdracht 5 en opdracht 6

Slide 23 - Slide

Studiemeter
Studiemeter -> Via Vooraf Op weg naar 1F
Thema 2 - Gezondheid
Spelling en Grammatica

Klaar?
Moeilijke woorden afmaken

Slide 24 - Slide