Directe/indirecte kosten DO4

1 / 12
next
Slide 1: Interactive video with 11 slides
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

11

Slide 1 - Video

00:23
Wat zijn hier de variabele kosten?
'De maandelijkse huur is €1200. Het kost het bedrijf €40 per product om het te maken.
A
€1240
B
€1200
C
€40
D
€1200 x €40

Slide 2 - Quiz

02:21
Constantekostentarief
C / N
€1.400.000 / €12.000.000 = €0,12

Slide 3 - Slide

02:21
Bezettingsresultaat
(W-N) x C / N

(€11.500.000 - €12.000.000) x €1.400.000 / €12.000.000 =

€-58.333,33

Dit is een negatief bezettingsresultaat

Slide 4 - Slide

02:21
Stichting Reclame verwacht het komende jaar een normale omzet van €12.000.000 te behalen. Het totaalbedrag van constante kosten wordt geschat op €1.400.000. Bereken het constantekostentarief.

Slide 5 - Open question

02:21
Stichting Reclame verwacht het komende jaar een normale omzet van €12.000.000 te behalen. Het totaalbedrag van constante kosten wordt geschat op €1.400.000. Bereken het bezettingsresultaat als er een werkelijke omzet is van €11.500.000, geef ook aan of dit een negatief of positief bezettingsresultaat is.

Slide 6 - Open question

02:22
Dit is een directe kost:
A
Afschrijvingskosten voor machine van meerdere producten
B
Verwarmingskosten
C
Grondstofkosten

Slide 7 - Quiz

02:22
Een voorbeeld kan zijn...
huur pand, verwarmingskosten, telefoonkosten,
afschrijvingskosten machine van meerdere producten

(alles wat niet rechtstreeks verband heeft met 1 product)

Slide 8 - Slide

02:22
Geef een voorbeeld van een indirecte kost!

Slide 9 - Open question

02:24
Hebben deze serie video's je geholpen en wat vind je van de interactiviteit in het filmpje (het zelf maken van opdrachten)?

Slide 10 - Open question

02:22
Constante kosten
Variabele kosten
Maandelijkse huurkosten
Vaste loonkosten
Inkoopkosten grondstof
Telefoonabonnement €20 per maand
Overuren van werknemer

Slide 11 - Drag question

00:23
Variabele kosten zijn...
A
kosten die hetzelfde blijven als de omzet veranderd
B
kosten die veranderen als de omzet veranderd
C
kosten die elke maand hetzelfde zijn

Slide 12 - Quiz