SPQR Tekst 15

1 / 16
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

servorum (r.5): welke naamval?
A
nominativus
B
genitivus
C
accusativus
D
dativus/ablativus

Slide 2 - Quiz

servorum (r.5): welke functie in de zin?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

mariti (r.9): welke naamval en welke functie in de zin?
A
nominativus en ow
B
genitivus en bvb
C
dativus en mv
D
ablativus en bwb

Slide 5 - Quiz

tempus (r.12): welke naamval?
A
nominativus
B
accusativus
C
genitivus
D
ablativus/dativus

Slide 6 - Quiz

tempus (r.12): verklaring voor het gebruik van de naamval?
A
na voorzetsel
B
bvb
C
ow
D
lv

Slide 7 - Quiz

bonae uxoris (r.14): welke naamval is deze combinatie?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

amica (r.16): welke naamval en functie?
A
nominativus en ow
B
genitivus en bvb
C
accusativus en lv
D
ablativus en bwb

Slide 10 - Quiz

Corneliae (r.17): welke functie in de zin?
A
bvb
B
bwb
C
mv
D
lv

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

exemplum (r.22): welke naamval en functie?
A
nominativus en ow
B
accusativus en lv

Slide 13 - Quiz

morte (r.23): welke functie in de zin?
A
na een vz
B
mv
C
bvb
D
bwb

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Geef uit dit laatste stukje 3 voorbeelden van een woordgroep
met een voorzetsel.

Slide 16 - Open question