Kleuren

Kleuren
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kleuren

Slide 1 - Slide

Klokkijken

Slide 2 - Slide

Seasons

Slide 3 - Slide

Present Simple

Slide 4 - Slide

Present simple

Slide 5 - Slide

Kleuren / colors 
Rood
Red
Groen
Green
Blauw
Blue
Geel
Yellow
Paars
Purple
Oranje 
Orange 
Bruin 
Brown 
Nederlands:
Engels:

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Present Simple: + / - / ?
+
-
?

Slide 8 - Slide

Klokkijken

Slide 9 - Slide

Dagen en maanden

Slide 10 - Slide


Prepositions of place

Slide 11 - Slide

Prepositions of place
Voorzetsel
Vertaling
Gebruik
in
in
landen, plaatsen, afgesloten ruimtes
on
op 
oppervlaktes, openbaar vervoer
at
op / bij
adressen, specifieke locaties (bijv: ziekenhuis, bioscoop)

Slide 12 - Slide