Les 4- Capitulo 5 Derde klas

1 / 22

Slide 1: Slide

SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoy es jueves, 20 de marzo

Slide 3 - Slide

Las reglas:

Respeto:

Als iemand praat is de rest stil

Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen

We maken elkaar niet belachelijk

Slide 4 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?

Herhaling: Verbos reflexivos

Werkwoorden die eindigen op -ecer, -ocer en -ucer.

Slide 5 - Slide

¿Cuáles son las metas de hoy?

Aan het einde van de les:

weet ik hoe ik de wederkerende werkwoorden in het Spaans vervoegd worden
ik weet hoe ik de werkwoorden die eindigen op -ecer, -ocer en -ucer moet vervoegen

Slide 6 - Slide

Korte pauze

Regelmatige werkwoorden

in het Spaans

-AR -ER -IR

Slide 7 - Slide

Korte pauze

Slide 8 - Slide

Korte pauze

Persoonlijke voornaamwoorden

Yo = staat alléén yo

Tú = staat alléén tú

él / ella/ usted= staat één naam of één ding

___________________________________________________

Nosotros/as = staat een naam (of meerdere) + yo

Vosotros/as = staat een naam (of meerdere) + tú

ellos = man + man OF vrouw + man

ellas= vrouw + vrouw

ustedes = oudere persoon + oudere persoon

Slide 9 - Slide

Korte pauze

Wederkerende werkwoorden

Verbos reflexivos

-SE

ducharse

comerse

vestirse

Slide 10 - Slide

Korte pauze

ducharse ponerse vestirse

tú

él/ ella usted

nosotros

vosotros

ellos/ellas/ustedes

nos

ducho

duchas

ducha

duchamos

ducháis

duchan

pongo

pones

pone

ponemos

ponéis

ponen

visto

vistes

viste

vestimos

vestís

visten

nos

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

¿Qué vamos a hacer?

Wat? Libro de ejercicio blz. 68 opdr. 22

Hoe? in duo's

Hulp: Je tekstboek blz. 51 bron G

Tijd: 15 minutos

Uitkomst: Ik weet hoe ik de nieuwe werkwoorden moet vervoegen

klaar? Maak opdr. 23 blz. 69, bron H en Libro de ejercicio blz. 60 t/m 61 opdr. 13

Slide 13 - Slide

Los deberes

Overhoring

Leer hoe je de regelmatige werkwoorden -AR, -ER, -IR moet vervoegen in tegenwoordige tijd

Libro de ejercicio blz. 68 opdr. 22

tekstboek blz. 51 bron G

Slide 14 - Slide

¿Cuál eran las metas de hoy?

Aan het einde van de les:

weet ik hoe ik de wederkerende werkwoorden in het Spaans vervoegd worden
ik weet hoe ik de werkwoorden die eindigen op -ecer, -ocer en -ucer moet vervoegen

Slide 15 - Slide

¿Preguntas?

Slide 16 - Slide

Sleep het juiste antwoord bij de juiste zin:

Kies uit:

1. __________ libro es rojo.

2. Ella juega con __________ amigos en el parque.

3. __________ película nos gusto mucho.

4. __________ montañas están cubiertas de nieve.

los

las

Slide 17 - Drag question

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
1.Veo __________ mariposa en el jardín.

una

unos

unas

Slide 18 - Quiz

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.

una

unos

unas

Slide 19 - Quiz

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.

una

unos

unas

Slide 20 - Quiz

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.

una

unos

unas

Slide 21 - Quiz

Quizlet

https://ap.lc/wzBbJ

Slide 22 - Slide

Les 4- Capitulo 5 Derde klas

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

More lessons like this

Les 4- Capitulo 5 Derde klas

Les 5- Capitulo 5 Derde klas

Les 5- Capitulo 5 Derde klas

Les 6- Oefentoets Capitulo 5 Derde klas

Les 3- Capitulo 5 Derde klas

PA 2 verbos ecer, ocer, ucir

Repaso - Capitulo 1 y 2

Repaso - Capitulo 1 y 2