Economisch bekeken - H1.2 Inkomsten omrekenen les 2- KGT

Hoofdstuk 1 - Zakgeld en inkomen (GT)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 - Zakgeld en inkomen (GT)

Slide 1 - Slide

  • H1.1 Inkomsten in soorten
  • H1.2 Inkomsten omrekenen
  • H1.3 Getallen op een rij
  • H1.4 Bijverdienen
  • H1.5 De bank betaalt
  • H1.6 Inkomen en beroep
Inhoud

Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • inkomsten over verschillende perioden omrekenen.
  • inkomsten met elkaar vergelijken.
Wat gaan we leren?

Slide 3 - Slide

Hoeveel dagen zitten er in een jaar?

Slide 4 - Open question

Jip krijgt 25 euro zakgeld in de week. Hoeveel krijgt hij in de maand?
Laat dit zien met een berekening!

Slide 5 - Open question

Hoeveel maanden zitten er in een kwartaal?

Slide 6 - Open question

ANTWOORDEN INTRODUCTIEVRAGEN
1.    A. Eva krijgt € 5,40 per week en Roy krijgt € 22,10 per maand
       B. Roy krijgt zijn zakgeld per maand en Eva per week. Als je Eva                         haar salaris vermenigvuldigd met 4 heb je slechts 28 dagen, dus                   kan je niet zo maar zeggen dat Roy meer zakgeld krijgt.

2.    A Eva krijgt 52 keer zakgeld en Roy 12 keer.
       B. Eva krijgt: 52 weken x € 5,40 = € 280,80 per jaar.
             Roy krijgt: 12 maanden x € 22,10 = € 265,20 per jaar
       C. Eva krijgt meer zakgeld per jaar, dan Roy.


Slide 7 - Slide

ANTWOORDEN INTRODUCTIEVRAGEN
3.       A. € 5,40 x 52 weken / 12 maanden = € 23,40 per maand
          B. € 4,50 per week x 52 weken / 12 maanden = € 19,50 per maand

4.       A. € 22,10 per maand x 12 maanden / 52 weken = €5,10 per week
          B. € 35,75 per maand x 12 maanden / 52 weken = € 8,25 per week

5.       A. Een kwartaal telt 3 maanden en een jaar telt 4 kwartalen.




Slide 8 - Slide

ANTWOORDEN INTRODUCTIEVRAGEN
5.      B.







         C.
Zo weet de familie wat ze gemiddeld per maand te besteden hebben.
Inkomen
Bedrag
Uitwerking
Loon
€ 2.400,- per maand
€ 2.400,- per maand
Kinderbijslag
€ 278,55 per kwartaal
€278,55 / 3 = € 92,85 per maand
Opbrengst garagebox
€ 540,- per halfjaar
€ 540,- / 6 = € 90,- per maand.
Totaal:
€ 2.400,- + € 92,85 + € 90,- = € 2.582,85 per maand

Slide 9 - Slide

Opdracht 7

Slide 10 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken toepassingsvragen 6 t/m 11 van hoofdstuk 1.2 inkomsten omrekenen op bladzijde 14 en 15.

Huiswerk

Slide 11 - Slide