Les Examenvragen en Signaalwoorden

Guten Morgen
Wie geht es euch?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Guten Morgen
Wie geht es euch?

Slide 1 - Slide


Bitte, nimm dein Handy und log ein in LessonUp!
Zu Hause? Schaltet die Kamera ein!




Slide 2 - Slide

Planung dieser Stunde
1. we nemen de meest voorkomende examenvragen door
2. we oefenen nog een keer met (de betekenis van)                              signaalwoorden


                 


Slide 3 - Slide

Lernziele dieser Stunde:
  • Je kunt de meest voorkomende examenvragen vertalen
  • je bent in staat de functie van verschillende signaalwoorden te benoemen

Slide 4 - Slide

Waarom leren we dit?
Als je de vraag begrijpt, vind je het antwoord sneller!
 
en

Als je weet wat de functie van een vraag is, kun je het bijbehorende signaalwoord in de tekst vinden!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Ich habe statt das Auto, doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...
A
conclusie
B
reden
C
tegenstelling
D
opsomming

Slide 11 - Quiz

Ich gehe ins Kino, denn ich finde das toll!
denn = .......
A
reden/verklaring
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
voorbeeld geven

Slide 12 - Quiz

Welke functie heeft het antwoord op deze vraag?

"Welches Ziel haben sie?"
A
conclusie
B
tegenstelling
C
verband
D
verklaring

Slide 13 - Quiz

Welke functie heeft het antwoord op deze vraag?

Was geht aus den X. Absatz hervor?
A
conclusie
B
opsomming
C
verklaring
D
voorbeeld

Slide 14 - Quiz

Ich habe Englisch, und sogar Deutsch!!!
sogar = .........
A
conclusie
B
vergelijking
C
versterking
D
tegenstelling

Slide 15 - Quiz

In Utrecht ist viel zu tun, es gibt zum Beispiel viele verschiedene Museen.
zum Beispiel = ....
A
voorbeeld geven
B
vergelijking
C
reden
D
opsomming

Slide 16 - Quiz

Welke functie heeft het antwoord op deze vraag?

"Wieso is es laut der ersten Absatz schwierig .....?"
A
reden/oorzaak
B
tegenstelling
C
verband
D
verklaring

Slide 17 - Quiz

Welke functie heeft het antwoord op deze vraag?

"Op welke drie manieren kan dat bereikt worden, volgens X?"
A
bevestiging
B
tegenstelling
C
opsomming
D
voorbeeld

Slide 18 - Quiz

Es ist verboten zu rauchen im Krankenhaus, auch auf dem Schulhof darf nicht mehr geraucht werden.
auch= ....
A
conclusie
B
hoeveelheid
C
voorbeeld
D
uitbreiding/opsomming

Slide 19 - Quiz

Es gibt Leute die viel verdienen, aber manche verdienen wenig
aber =
A
oorzaak
B
reden
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 20 - Quiz

Welke functie heeft het antwoord op deze vraag?
"Wie schließt dieser Satz an den vorgehenden Satz an?"
A
reden
B
tegenstelling
C
verband
D
verklaring

Slide 21 - Quiz

Zusammengefasst:
  • Wil je teksten goed kunnen begrijpen zijn signaalwoorden belangrijk.
  • Signaalwoorden leggen verbanden tussen zinnen, zinsdelen, alinea's van een tekst. (tegenstelling/verklaring/uitbreiding enz.)
  • LEER DE SIGNAALWOORDEN EN DE VERBANDEN DIE ZE LEGGEN DUS GOED

Slide 22 - Slide

EXAMEN:
De belangrijkste strategie vooraf:

Slide 23 - Slide



Danke für heute!

Viel Erfolg mit eurem Examen!


Slide 24 - Slide