De Verlichting

Lesprogramma
  • Uitleg thema 14
  • Uitleg over de Verlichting
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesprogramma
  • Uitleg thema 14
  • Uitleg over de Verlichting

Slide 1 - Slide

De Verlichting
en de gevolgen voor het bestuur in Nederland

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de namen van verschillende verlichte denkers en weet je wat hun politieke ideeën waren.

  • kun je uitleggen hoe Nederland een constitutionele monarchie is geworden.

  • kun je uitleggen hoe Nederland bestuurd werd onder koning Willem I

  • kun je beoordelen in hoeverre Nederland democratisch was onder koning Willem I

Slide 3 - Slide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
  • Ze hadden de hulp van God niet meer nodig
  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 4 - Slide

Kennis
Wetenschappelijke Revolutie:
  • Empirisme: kennis door waarneming.

  • Rationalisme: kennis door het gebruik van de rede (het verstand).

Slide 5 - Slide

De Verlichting

  • Als gevolg van de wetenschappelijke revolutie
  • Zelf nadenken, niet alles zomaar geloven (ratio gebruiken)



De ideeën van de Verlichting

  1. Mensen horen vrij te zijn en mensenrechten te hebben.
  2. Meer macht voor het volk (meer democratie en een grondwet)
  3. Scheiding van kerk, staat en rechtspraak
  4. Het verstand is belangrijk en moet goed gebruikt worden door iedereen.

Slide 6 - Slide

Verlicht denker of niet?
Bekijk onderstaande zinnen en bedenk of ze wel of niet van een Verlichte denker zouden zijn.

Waarom wel / niet?
'Emotie is het allerbelangrijkste in het menselijk bestaan'

'De koning zou zijn macht moeten delen met een parlement'

'Je moet wel nadenken over jouw geloof, maar de Kerk heeft altijd gelijk.'

'Niet iedereen is gelijk.'
1
2
3
4

Slide 7 - Slide

De Verlichters en het geloof
Ideeën van de verlichters:
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in.
  • Er is niet één waar geloof.

Gevolgen:
  • Voor godsdienstvrijheid.
  • Tegen een grote invloed van de kerk.
Voltaire
(Fr. 1694-1778)

Slide 8 - Slide

De Verlichters en gelijkheid
Ideeën van de verlichters:
  • Mensen zijn gelijk en vrij.

Gevolgen
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

Slide 9 - Slide

Jean-Jacques Rousseau

  • Het Maatschappelijk verdrag

  • Mensenrechten

  • Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wil.
''De eerste man die een stuk land omheinde zei "dit is van mij" en vond anderen naïef genoeg om hem te geloven is de stichter van de burgermaatschappij.''

Slide 10 - Slide

John Locke
  • Tolerantie

  • Legitimiteit van de heerser: Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

  • Volksvertegenwoordiging
''De staat is het product van een in vrijheid door burgers gesloten overeenkomst waarbij men afspreekt een deel van zijn natuurlijke rechten over te dragen aan de overheid.''

Slide 11 - Slide

Voltaire
  • Mensenrechten

  • Humanisering van de rechtspraak

  • Deïsme
''k ben het niet eens met wat je zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen.''

Slide 12 - Slide

Montesquieu
  • Trias Politica

  • Tegen slavernij

  • Vergroting van vrijheid

  • Vermomming van tirannie
''De monarchie als systeem is een fataal wapen, omdat de drie machten samengevoegd zijn onder één persoon, de koning.''

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

De Verlichters en politiek
Ideeën van de verlichters:
  • Een koning is er voor het volk.
  • Het volk mag een slechte koning afzetten.
  • De echte macht ligt bij het volk.

Gevolgen
  • Tegen absolutisme.
  • Voor democratie.

Slide 16 - Slide

Reactie koningen
Ideeën van de Verlichting verbieden

Of

Sommige ideeën overnemen, zolang de vorst alle macht houdt.
= Verlicht absolutisme

Slide 17 - Slide

1789: 
De Franse Revolutie
  • Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap.

  • Einde aan Koninkrijk Frankrijk en een grondwet. 

  • Nederland was geen democratie en geen koninkrijk in deze tijd. De stadhouders waren de baas.

Slide 18 - Slide

1795-1801: 
Bataafse Republiek
  • Revolutie o.l.v. de Patriotten: zij willen meer van het volk (...en zijn wel klaar met de Oranjes).

  • De Patriotten krijgen hulp van de Fransen.

  • Frankrijk bezet Nederland (1795-1813) en erfstadhouder Willem V moet vluchten naar Engeland.

Slide 19 - Slide

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • Napoleon verslagen bij Waterloo.

  • Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I.
    Koning-koopman: moderniseren.

  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg (tot 1839).

  • Verlicht absolutisme

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide


Koning-koopman

  • Willem I wil van Nederland een modern land maken.
  • Om dit te kunnen betalen richtte hij de Nederlandsche Handelsmaatschappij (NHM) op.
  • Deze maatschappij zorgde ook dat de handel met Indië weer winstgevend werd.
  • Willem I wordt soms, spottend, ook wel koning-koopman genoemd.

Slide 22 - Slide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen.
  • Regeert, min of meer, als absolute vorst.
  • Moet niets weten van democratie.

  • 1848 Revolutie in Europa; liberalen vinden dat de koning teveel macht heeft.
  • Grondwet van Thorbecke.

Slide 23 - Slide


Hoe zag het bestuur van Nederland er uit 
tussen 1815-1848?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Benoemt

Slide 27 - Slide

Benoemt

Slide 28 - Slide

Benoemt
Verantwoording

Slide 29 - Slide

Benoemt
Verantwoording

Slide 30 - Slide

Benoemt
Verantwoording

Slide 31 - Slide

Benoemt
Verantwoording

Slide 32 - Slide

Benoemt
Verantwoording

Slide 33 - Slide

Benoemt
Verantwoording

Slide 34 - Slide

Benoemt
Verantwoording
Kiest

Slide 35 - Slide

Verantwoording
Benoemt
Kiest

Slide 36 - Slide

Benoemt
Verantwoording
Kiest

Slide 37 - Slide

Benoemt
Verantwoording
Kiest

Slide 38 - Slide

Filmpjes 

en
 
extra oefeningen

Slide 39 - Slide



Je gaat zo een filmpje bekijken over wat de Verlichting is. De volgende denkers komen aan bod:
  1. Montesqieu
  2. Rousseau
  3. Loche
  4. Smith
  5. Diderot
  6. Spinoza
  7. Voltaire


Schrijf de namen over op een kladblaadje/of laptop.

Als je het filmpje kijkt maak je aantekeningen bij alle denkers.

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

"De overheid mag zich niet met de  economie bemoeien, want je moet vrijheid  hebben om met je verstand te kunnen beslissen over je eigen belangen in de economie."
"Er moet een gemeensch-appelijke karakter van de staat komen, die doormiddel van een “sociaal contract” tussen het volk en de bestuurder(s) georganiseerd moet worden."
Mensen zijn van nature goed, maar moeten wel goed worden opgevoed en onderwezen tot “redelijkheid”, dan zullen veel mistan-den verdwijnen." T
"In de politiek zijn er drie machten aanwezig( de rechtelijke, de uitvoerende en wetgevende macht) die gescheiden van elkaar moeten worden uitgevoerd om zo machts-misbruik te voorkomen.
"God is een horlogemaker die de wereld in gang heeft gezet en zich daarna niet meer met de aarde bemoeit."
Tekst
Voltaire          Smith             Rousseau           Locke           Montesquieu

Slide 42 - Drag question

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video