Taalverzorging H3 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Goedemorgen 3BZ!

uitleg enkelvoud/meervoud 5 min

Wat week je al? quiz            10 min

filmpje met uitleg                   5 min

oefeningen                              10 min

nakijken                                    10 min

Na deze les weet je wanneer je enkelvoud en meervoud moet gebruiken.

Taalverzorging H3

enkelvoud en meervoud

Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud?

Daarvoor moet je weten of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Jan loopt op straat.

Onderwerp = Jan = enkelvoud

Persoonsvorm = loopt = enkelvoud

brandweerlui

1. enkelvoud
2. meervoud

een stapel zand

1. enkelvoud
2. meervoud

Wat is juist?

1. De kudde heeft het bos bereikt.
2. De kudde hebben het bos bereikt.

de voetbalclub

1. enkelvoud
2. meervoud

een setje handschoenen

1. enkelvoud
2. meervoud

Wat is juist?

1. De klas liepen naar de volgende les.
2. De klas liep naar de volgende les.

financiën

1. enkelvoud
2. meervoud

Is IEDEREEN enkelvoud of meervoud?

1. enkelvoud
2. meervoud

Filmpje met uitleg

Aan de slag

klassikaal	startopdracht blz. 108
zelfstandig	opdracht 1 t/m 3 blz. 109

We gaan de opdrachten nakijken

Goedemorgen 3BZ!

herh. enkelvoud/meervoud 5 min

oefenen met enk./mv            10 min

 aantekening t.t.-v.t.                10 min

oefenen met d en t                  5 min

filmpje rapper Pjotr                  5 min

napraten                                     5 min

Na deze les weet je wanneer je enkelvoud en meervoud moet gebruiken.

12 maart: toets woordenschat en taalverzorging H3

Enkelvoud of meervoud?

De groep mensen.....

De klasgenoten......

De klas.....

De vader van deze jongens ............

Oefenen met enkelvoud en meervoud

Maak opdracht 4 t/m 6 blz. 110

wanneer ben jij jezelf?

Wanneer ben je niet jezelf?

Mensen hebben snel een oordeel

geloof

afkomst

huidskleur

hobby

Goedemorgen 3BZ!

 uitleg d en t                             10 min

quiz over d en t                        10 min

zelf oefenen                              10 min

filmpje                                         5 min

napraten                                     5 min

Na deze les weet je wanneer hoe je de pv moet schrijven in de t.t. en de v.t.

12 maart: toets woordenschat en taalverzorging H3

t.t.

Zoek de STAM van het ww.

Bij IK komt er niks achter (ik vind)

Bij JIJ achter de pv ook niet. (vind jij)

Bij HIJ, ZIJ, HET,  komt er een T achter

(hij vindt, zij vindt, u vindt)

TIP: vul 'lopen' in, dan hoor je of er een T komt of niet.

v.t.

Zoek de STAM van het ww.

zet er -TE(N) achter

of

zet er -DE(N) achter

Bijvoorbeeld:

Ik wachtte, wij wachtten

Ik leidde, wij leidden

persoonsvorm (PV)

Ik..... vandaag 15 jaar.

1. word
2. wordt

Gisteren ...... dat nog 2 euro?

1. koste
2. kostte

Iedereen ....... de vraag goed (v.t.)

1. beantwoorde
2. beantwoordde

De appels ..... niet in mijn tas (v.t.)

1. pasten
2. pastten

Hij ...... het paard naar de stal.

1. leid
2. leidt

Aan de slag

Opdracht 7 en 8 blz. 111

Als je klaar bent, maak je de 'extra opdrachten'  online.