Spelling H2 Met of zonder -n

Spelling H2 Met of zonder -n?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling H2 Met of zonder -n?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1.  Uitleg krijgen & aantekeningen maken van paragraaf 2.9 --> wel/geen n bij verwijzingen
2. Oefenen
3. Werken aan de weektaak

Slide 2 - Slide

Doel van de les
Aan het eind van deze les weet je: 
wanneer zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden op een -n eindigen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Laten we het filmpje eens samenvatten en de regels op een rij zetten.....

Slide 5 - Slide

Wel of geen N?
  • Telwoorden:
  • enkele, vele, weinige, sommige
  • Deze kun je zelfstandig en bijvoeglijk gebruiken

Slide 6 - Slide

MET OF ZONDER -N?
  • Zelfstandig
Allen waren uitgenodigd.
  • Bijvoeglijk 
Alle leerlingen volgden de les.

Slide 7 - Slide

Met N
  • Zelfstandig gebruikt > je kunt er geen zelfstandig naamwoord achter zetten.
  • Verwijst naar personen.
  • Allen waren uitgenodigd.
  • Sommigen zijn thuisgebleven.

Slide 8 - Slide

Zonder N
  • Als een telwoord geen persoon aanduidt 
  • of bijvoeglijk gebruikt wordt > ZONDER -N
  • Enkele van de oplossingen zijn niet uitvoerbaar. 
(oplossingen > geen personen)
  • Alle oplossingen zijn beter dan hoe het nu is.
(alle = bijvoeglijk naamwoord)

Slide 9 - Slide

Met of zonder -n?
Enkele(n) leerlingen hebben het huiswerk niet gemaakt.
A
met
B
zonder

Slide 10 - Quiz

Met of zonder -n?
Mijn oma kijkt altijd naar het nieuws voor dove(n) en slechthorende(n)
A
eerste met, tweede zonder
B
eerste zonder, tweede met
C
allebei met
D
allebei zonder

Slide 11 - Quiz

Met of zonder -n?
Van die schattige puppies wil ik er wel enkele(n) hebben.
A
met
B
zonder

Slide 12 - Quiz

Met of zonder -n?
Van die talentvolle voetballertjes zullen sommige(n) Oranje halen.
A
met
B
zonder

Slide 13 - Quiz

Aan de slag
Zie weektaak: maak de bijbehorende opdrachten uit paragraaf 2.5
Klaar? Kijk je werk na. 
Klaar? Lezen leesboek

Slide 14 - Slide