Les 27: persoonsvorm VT

Pak je leesboek en ga stillezen 
of werk aan je boekopdracht 
deadline boekopdracht: 30 november (morgen!)
timer
7:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Pak je leesboek en ga stillezen 
of werk aan je boekopdracht 
deadline boekopdracht: 30 november (morgen!)
timer
7:00

Slide 1 - Slide

Stam | stam + t | hele ww 
Ik 
Jij
Hij /zij 
Wij / jullie / zij 

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Schema pv vt 
Zwak werkwoord? 
enkelvoud: ik-vorm tt + de of te
meervoud: ik-vorm tt + den of ten 

Twijfel? 
Gebruik 't sexy fokschaap. Kijk naar de laatste letter voor de -en van het infinitief. Zit die letter erin? 
Dan ik-vorm tt + te. Anders ik-vorm + de
Sterk werkwoord? 
Klankverandering
zo kort en simpel mogelijk

Slide 6 - Slide

Schema pv vt 
Zwak werkwoord? 
enkelvoud: ik-vorm tt + de of te
meervoud: ik-vorm tt + den of ten 

Twijfel? 
Gebruik 't sexy fokschaap. Kijk naar de laatste letter voor de -en van het infinitief. Zit die letter erin? 
Dan ik-vorm tt + te. Anders ik-vorm + de
Sterk werkwoord? 
Klankverandering
zo kort en simpel mogelijk
Laatste letter -d of -t? Verleng het dan! 
bekleden 
ik bekleed 
ik bekleed + de 
ik bekleedde 
gooien
ik gooi
wij gooi + den
wij gooiden 
Vliegen > vlogen
Lopen > liepen
werpen > wierpen 

Slide 7 - Slide

Maak opdracht 3: zet pv in vt 
Jay-z (rappen) met een jongen van twaalf op het podium.
De huizen (branden) helemaal af
Ik (kiezen) ervoor om niet hardop te lezen. 
Hij (vinden) het toch wel enigszins gênant. 
De ouders (loten) om te bepalen wie scheidsrechter werd
Justin Bieber (lachen) om een aanval met eieren. 
Op vakantie (eten) we welke dag pasta. 
De verhuizers (laden) alle dozen in de vrachtwagen. 
timer
0:05

Slide 8 - Slide

Schema pv vt 
Persoonsvorm verteleden tijd en werkwoord als bn
Ik bekleedde de bank 
De beklede bank 

Wij beantwoordden de vraag 
De beantwoorde vraag  





Persoonsvorm verleden tijd is dus lang: ik-vorm + de(n) of te(n)

Werkwoord als bn is zo kort mogelijk! 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Maak opdracht 4, 5 en 6 
Ben je klaar? Kijk na! 
timer
0:05

Slide 13 - Slide