3.3 Lezen les 3

De beste wensen en gezond en fijn 2024.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

De beste wensen en gezond en fijn 2024.

Slide 1 - Slide

  • Op tijd 
  • Spullen bij je (werkboek, laptop, 
     pen/potlood.) Check Magister
  • huiswerk?!

Slide 2 - Slide

  • Rustig
  • Kijk op bord wat nodig
  • Pak je leesboek, rustig aan het lezen
  • Respect naar elkaar

Slide 3 - Slide

  • Twee hoofdstuktoetsen (hoofdstuk 3 en 4)
      - lezen, woorden, grammatica, spelling
  • Opdracht fictiedossier
Deze periode

Slide 4 - Slide

In deze paragraaf leer je:
  • alinea’s herkennen
  • kernzinnen in een alinea aanwijzen
    hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 5 - Slide

Leertekst : Alinea blz. 192
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 6 - Slide

Leertekst : Kernzin en toelichting blz. 195
Een langere tekst is verdeeld alinea’s. De zinnen in een alinea horen bij elkaar. Ze gaan over hetzelfde stukje van het onderwerp (deelonderwerp).

In een alinea staat bijna altijd een kernzin: de zin met de belangrijkste informatie van die alinea. Vaak is het de eerste zin van de alinea.

De andere zinnen zijn een toelichting bij de kernzin. Ze geven uitleg of een voorbeeld.

Vandaag 3.3 Lezen

Slide 7 - Slide

Leertekst : Hoofdzaken en bijzaken blz. 198

In elke tekst staat belangrijke en minder belangrijke informatie. Belangrijke informatie over het onderwerp van een tekst noem je hoofdzaken.

De minder belangrijke informatie in een tekst zijn bijzaken.
Ze maken de hoofdzaken in de tekst duidelijker.
Bijzaken kunnen zijn:
• een voorbeeld;
• een herhaling;
• een uitleg.


Vandaag 3.3 Lezen

Slide 8 - Slide

  • Samen Lezen en maken blz. 198-200
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 9 - Slide

3.3 Lezen
Leertekst : Kernzin en toelichting blz. 195

Een langere tekst is verdeeld alinea’s. De zinnen in een alinea horen bij elkaar. Ze gaan over hetzlfde stukje van het onderwerp (deelonderwerp).

In een alinea staat bijna altijd een kernzin: de zin met de belangrijkste informatie van die alinea. Vaak is het de eerste zin van de alinea.
De andere zinnen zijn een toelichting bij de kernzin. Ze geven uitleg of een voorbeeld.

Slide 10 - Slide

3.3 huiswerk bespreken
opdracht 6, 7 en 8 op blz. 195 - 197 


Slide 11 - Slide

3.3 Lezen
In deze paragraaf:
  • leer je alinea's herkennen
  • kernzinnen in een alinea aanwijzen
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • signaalwoorden van een tegenstelling herkennen

Slide 12 - Slide

3.3 lezen - deze les
  • Alinea's herkennen
  • Kernzinnen in een alinea aanwijzen

Slide 13 - Slide

3.3 Lezen
Leertekst : Alinea blz. 192

Een langere tekst is vaak opgedeeld in kortere stukjes tekst: alinea’s. In een alinea wordt een stukje van het onderwerp (het deelonderwerp) behandeld.
Zo herken je een alinea:
• een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel;
• de laatste zin in een alinea loopt meestal niet door tot het eind van de regel;
• de eerste regel springt soms in;
• soms - best wel vaak - staat er een witregel tussen twee alinea’s.
• soms hebben alinea's een tussenkop

Slide 14 - Slide

3.3 Lezen
leertekst : Alinea blz. 192

Let op: In de lesmethode zijn
de alinea’s meestal genummerd.
Zo weet je naar welke alinea’s wordt
verwezen in opdrachten.
In tijdschriften, kranten en
online teksten staan
er geen nummers voor alinea’s.


Slide 15 - Slide

3.3 Lezen 
Samen lezen tekst 1 en maken opdracht 5.

Slide 16 - Slide

3.3 Lezen 
Maak opdracht 6, 7 en 8 op blz. 195 - 197

Slide 17 - Slide

3.3 lezen 
  • Alinea's herkennen
  • Kernzin en toelichting aanwijzen

Slide 18 - Slide

3.3 Lezen - Opdracht Gevonden voorwerpen
Een tekst in alinea's verdelen helpt je een tekst beter te kunnen lezen.

  • Je krijgt een tekst over 'Gevonden voorwerpen' 
  • Die tekst is niet ingedeeld in een inleiding, kern en slot. 
  • Er zijn ook nog geen alinea's en tussenkopjes.
  • Dat ga jij met je buurman/vrouw doen.
  • Verdeel de tekst in 6 alinea's en zet de 4 tussenkopjes op de juiste plek
  • Je mag een (gekleurd) potlood gebruiken..
  • Wie weet de best leesbare tekst te maken?

Slide 19 - Slide

3.3 Lezen 
Maak opdracht 4  op blz. 193 -194 (dit is ook je huiswerk voor morgen)

Slide 20 - Slide