les 2 signaalwoorden en tekstverbanden met oefentoets

Welkom bij        Nederlands
Leuk om jullie weer te zien! 

Pak je etui erbij en ga zitten volgens de plattegrond.
Mevrouw Nijenhuis
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom bij        Nederlands
Leuk om jullie weer te zien! 

Pak je etui erbij en ga zitten volgens de plattegrond.
Mevrouw Nijenhuis

Slide 1 - Slide

Vooruitblik toetsweek
  • - hoofdstuk 1 'meer dan lezen' paragraaf 2, 5, 7 & 8.
  • De week na de vakantie behandelen we 7 + 8. 
  • Week erop: toetsweek over VOORAL 2 en 5, maar ook beetje 7 & 8.


Slide 2 - Slide

Zelfstandig werken 3B
WAT: Maken oefentoets over tekstverbanden en signaalwoorden van paragraaf 2 + 5. 
HOE? Eerste 10 min. in stilte. Daarna mag je overleggen op fluistertoon.
HULP? Steek je vinger op, de docent komt bij je.
TIJD? 60 minuten. 
Klaar? Werk laten zien aan docent en nakijkvel ophalen. 
Klaar met nakijken? Vrije tijd (in stilte).
 





timer
20:00

Slide 3 - Slide

Zelfstandig werken 3B
WAT: Maken oefentoets over tekstverbanden en signaalwoorden van paragraaf 2 + 5. 
HOE? Eerste 10 min. in stilte. Daarna mag je overleggen op fluistertoon.
HULP? Steek je vinger op, de docent komt bij je.
TIJD? 60 minuten. 
Klaar? Werk laten zien aan docent en nakijkvel ophalen. 
Klaar met nakijken? Vrije tijd (in stilte).
 





timer
20:00

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden: terugblik
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden

Slide 5 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 6 - Slide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 7 - Slide

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 8 - Slide

Vergelijkend
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 9 - Slide

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 10 - Slide

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 11 - Slide

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Slide 12 - Slide


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 13 - Slide

Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,

Slide 14 - Slide

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat

Slide 15 - Slide

Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 16 - Slide

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 17 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
omdat
C
bijvoorbeeld
D
maar

Slide 18 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 19 - Quiz

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 20 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?
A
En
B
Maar
C
Mits
D
Dus

Slide 21 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 22 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
maar
C
tegenover
D
daarentegen

Slide 23 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan

Slide 24 - Quiz

Zelfstandig werken 3D
WAT: Begin met de oefentoets over tekstverbanden en signaalwoorden van paragraaf 2 + 5. 
HOE? in stilte. 
HULP? Steek je vinger op, de docent komt bij je.
TIJD? 40 minuten. 
KLAAR tot paragraaf 2? geen huiswerk


 





timer
20:00

Slide 25 - Slide

Ken je nu 'signaalwoorden' in een tekst herkennen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 27 - Open question