WAT: Maken oefentoets over meewerkend voorwerp (paragraaf 6)
HOE? Eerste 10 min. in stilte. Daarna mag je overleggen op fluistertoon.
HULP? Steek je vinger op, de docent komt bij je.
TIJD? 30 minuten.
Klaar? Werk laten zien aan docent en nakijkvel ophalen.
Klaar met nakijken? Maak de oefentoets over paragraaf 4 (samengestelde zinnen).