test

persoonlijke voornaamwoorden

Ook persoonlijke voornaamwoorden staan in het Duits in een bepaalde naamval

1e naamval (Nominativ): het onderwerp

3e naamval (Dativ): het meewerkend voorwerp

4e naamval (Akkusativ): het lijdend voorwerp

1 / 10
next
Slide 1: Slide
dMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

persoonlijke voornaamwoorden

Ook persoonlijke voornaamwoorden staan in het Duits in een bepaalde naamval

1e naamval (Nominativ): het onderwerp

3e naamval (Dativ): het meewerkend voorwerp

4e naamval (Akkusativ): het lijdend voorwerp

Slide 1 - Slide

persoonlijke voornaamwoorden

vervangen een zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Slide

persoonlijke vnw

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Schenkt er seiner Freundin _____ CD (v)
A
die
B
der

Slide 5 - Quiz

Schenkst du _____ Mutter eine Karte?
A
die
B
der

Slide 6 - Quiz

Erzählt Paul _____ diese Geschichte
A
ihr
B
euch

Slide 7 - Quiz

Bringt sie ____ eine Tasse Tee
A
du
B
dir
C
dich

Slide 8 - Quiz

Tessa kauft ein(e) Geschenk
A
ein
B
eine

Slide 9 - Quiz


A

Slide 10 - Quiz