1MH - H9 Les 5: Hoeken berekenen

H9 - Les 5: Hoeken berekenen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H9 - Les 5: Hoeken berekenen

Slide 1 - Slide

Na deze les:
  • Kun je hoeken berekenen in driehoeken.
  • Kun je hoeken berekenen bij snijdende lijnen.

Slide 2 - Slide

Je weet al:
  • Dat een rechte hoek 90° en een gestrekte hoek 180° is
  • Dat overstaande hoeken even groot zijn
  • Dat de drie hoeken van een driehoek samen 180° zijn
  • Welke eigenschappen rechthoekige, gelijkbenige en gelijkzijdige   driehoeken hebben 
  • De vier hoeken van een vierhoek samen 360° zijn
  • Wat de eigenschappen zijn van de bijzondere vierhoeken:       vierkant,  rechthoek, parallellogram, trapezium, vlieger en ruit

Slide 3 - Slide

Hoeken berekenen
D U S  N I E T   M E T E N ! ! ! 

Slide 4 - Slide

Driehoekensom
De drie hoeken van een driehoek zijn samen altijd 180°.

Slide 5 - Slide

Gelijkbenige driehoek
In een gelijkbenige driehoek zijn de basishoeken gelijk.

Slide 6 - Slide

Samen een gestrekte hoek

Slide 7 - Slide

Hoeken bij snijdende lijnen
Als twee lijnen elkaar snijden, worden er 4 hoeken gevormd.

2 hoeken die tegenover elkaar liggen, noemen we overstaande hoeken. Overstaande hoeken zijn  even groot.

2 hoeken die naast elkaar liggen, vormen samen een gestrekte hoek. Een gestrekte hoek is altijd 180°.

Met deze eigenschappen kunnen we de grootte van 3 hoeken berekenen als er 1 hoek gegeven is.

Slide 8 - Slide

Overstaande hoeken

Slide 9 - Slide

Gestrekte hoek

Slide 10 - Slide

Bissectrice
De bissectrice of deellijn deelt een hoek precies doormidden.

Slide 11 - Slide

Regels
Bij het berekenen van hoeken maak je gebruik van de volgende regels:
  • een rechte hoek is 90°
  • een gestrekte hoek is 180°
  • driehoekensom: in een driehoek zijn de drie hoeken samen altijd 180°
  • overstaande hoeken zijn gelijk
  • in een gelijkbenige driehoek zijn de basishoeken even groot
  • met lijn-, draai- en schufsymmetrie vind je gelijke hoeken

Slide 12 - Slide

Notatie
Schrijf op 1 regel eerst de hoek die je wil berekenen, dan je berekening, gevolgd door je uitkomst. Zet achter je uitkomst tussen haakjes welke regel je hebt gebruikt. En denk aan de ° - tekens!





Slide 13 - Slide


A
C=360°180°50°=130°
B
C=180°60°50°=70°
C
C=A=50°
D
C=180°90°50°=40°

Slide 14 - Quiz


A
115°
B
155°
C
205°
D
285°

Slide 15 - Quiz

Ik kan hoeken berekenen in driehoeken.

A
Ja
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
D
Nee, ik snap er eigenlijk nog niets van.

Slide 16 - Quiz

Ik kan hoeken berekenen bij snijdende lijnen.

A
Ja
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
D
Nee, ik snap er eigenlijk nog niets van.

Slide 17 - Quiz