klas 3 futur simple

 Vous allez répéter le futur simple

Prenez le livre de texte page 38 

vous allez faire des questions 

Bonne chance  
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

 Vous allez répéter le futur simple

Prenez le livre de texte page 38 

vous allez faire des questions 

Bonne chance  

Slide 1 - Slide

futur simple
noteer een woord dat
daarbij past

Slide 2 - Mind map

welk werkwoord gebruik je in het Nederlands voor de toekomende tijd?

Slide 3 - Open question

il travaillera
A
jij zult werken
B
zij zullen werken
C
wij zullen werken
D
hij zal werken

Slide 4 - Quiz


de vorm van de futur simple bestaat uit:

Slide 5 - Open question

maak een futur simple
met donner.

Slide 6 - Mind map

jij zult geven
A
tu donnes
B
tu donneras
C
je donnerai
D
elle donnera

Slide 7 - Quiz

jullie zullen kiezen
A
je choisirai
B
tu choisiras
C
vous choisissez
D
vous choisirez

Slide 8 - Quiz

kijk in je boek,
noteer 2 vormen van de werkwoorden
met een uitzondering

Slide 9 - Open question

aller,
noteer 3 vormen
in de futur simple
exemple : elle ira

Slide 10 - Mind map

kijk naar de uitzonderingen
vous aurez =
A
jullie zullen zijn
B
jullie zullen gaan
C
jullie zullen hebben
D
jullie zullen doen

Slide 11 - Quiz

welke is juist?
A
nous sera
B
vous irez
C
tu fera
D
ils aurent

Slide 12 - Quiz

réponds:
Tu iras où
pendant les vacances?

Slide 13 - Open question

wat zijn de uitgangen van de futur simple?

Slide 14 - Open question

Vous prenez  la page 148  du livre d'exercices 

vous faites  exercice 13 d 

Vous faites aussi exercice 13 e 

Ensuite vous me donnez le livre.

La suite du cours:  travaillez au sujet de la présentation 


Slide 15 - Slide