What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Paragraaf 1.3 (deel 2)
WELKOM
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
WELKOM
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen deze les?
Herhaling vorige les
Overige uitleg 1.3
Maken rest van opdrachten van 1.3 + rekenopgaven
Slide 2 - Slide
Directe ruil is:
A
geld tegen een product ruilen
B
een product tegen geld ruilen
C
geld tegen geld ruilen
D
een product tegen een product ruilen
Slide 3 - Quiz
Wat zijn de drie functies van geld?
A
Ruilmiddel, betaalmiddel en spaarmiddel
B
Rekenmiddel, ruilmiddel en spaarmiddel
C
Spaarmiddel, rekenmiddel en betaalmiddel
D
Spaarmiddel, rentemiddel en ruilmiddel
Slide 4 - Quiz
Wat is chartaal geld?
A
Geld dat bestaat uit munten en bankbiljetten
B
Geld dat op je betaalrekening staat
C
Geld dat op je spaarrekening staat
D
Geld dat bestaat uit muntgeld en een pinpas
Slide 5 - Quiz
Waarom kunnen we zeggen dat ons geld fiduciair is?
A
We hebben vooral giraal geld
B
Het is een wettig betaalmiddel
C
Het is indirecte ruil
D
We hebben het zo afgesproken
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
Lesdoelen 1.3
Het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen
De functies van geld noemen
Het ontstaan van geld beschrijven
Rekenen met procentuele stijging/daling.
Slide 8 - Slide
Inflatie
Inflatie
= gemiddelde stijging van prijzen
Deflatie
= gemiddelde daling van prijzen
Koopkracht
= hoeveel producten je kunt kopen met een bepaald bedrag.
Als de prijzen stijgen, kunnen we dan meer of minder kopen van hetzelfde bedrag?
Slide 9 - Slide
Inflatie
Gevolgen inflatie
De
koopkracht
van inkomens daalt (evenveel inkomen, maar alles is wel duurder dus kan je minder kopen).
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Rekenen met een daling
Een product kostte eerst 14,50 euro. Nu is de prijs gedaald naar 11 euro.
(nieuw - oud) : oud x 100 =
Nieuw = 11 euro
Oud = 14,50 euro
(11 - 14,50) : 14,50 x 100 = -24,13% --> -24,1%
Slide 12 - Slide
De prijs van een fiets was 370 euro.
Nu is de fiets 420 euro.
1. Is er inflatie of deflatie?
2. Wat is de procentuele verandering van de prijs van de fiets?
nieuw =
oud =
(nieuw - oud) : oud x 100 =
timer
2:00
Slide 13 - Slide
De prijs van een fiets was 370 euro.
Nu is de fiets 420 euro.
1. Is er
inflatie
of deflatie?
2. Wat is de procentuele verandering van de prijs van de fiets?
nieuw = 420 euro
oud = 370 euro
(nieuw - oud) : oud x 100 =
(420 - 370) : 370 x 100 = 13,51%
Slide 14 - Slide
Een prijs van een RedBull was eerst €1,29 en nu €1,49. Bereken de procentuele prijsverandering.
(nieuw - oud) : oud x 100%
A
12,5%
B
15,5%
C
16,5%
D
13,5%
Slide 15 - Quiz
Ga aan de slag!
Maak opdracht 30a, 34a en 35 van paragraaf 1.3 (maak geen opdrachten met indexcijfers)
En maak opdracht 8 t/m 11 van rekenen op blz 33
Tijd: tot het einde van de les
Je mag fluisterend overleggen in tweetallen
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Economisch rekenen les 3
September 2022
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3.13 t/m 3.19
May 2022
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
leerjaar 3 hst 2 les 4
November 2019
- Lesson with
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Les 12: Kopen en werken hoofdstuk 3
December 2022
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kopen en werken hoofdstuk 3
January 2023
- Lesson with
33 slides
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
HAVO 2 par 1.3 heb je geld nodig om te ruilen? (les2)
October 2021
- Lesson with
36 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
6.1
June 2023
- Lesson with
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Economie 1.3 Heb je geld nodig om te ruilen? HSX
September 2023
- Lesson with
31 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2