2024-06-21 Schildklier

De schildklier
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

De schildklier

Slide 1 - Slide

Schildklier belangrijk orgaan van ons endocriene systeem = hormoonsysteem.
Voor het omzetten en verwerken van voedingsstoffen. 
Het is een klein orgaan in de hals dat o.a. het hormoon levothyroxinne (T4) aanmaakt. Dit is essentieel voor de ontwikkeling van de hersenen en centraal zenuwstelsel, groei en stofwisseling.
1% vrouw hypothyreoïdie
3% vrouw hyperthyreoïdie. Klachten komen bij mannen minder vaak voor. 




Slide 2 - Video

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

Hormomen onderverdeeld. 
- Thyroxine (= T4) 
- Tri-jodothyronine (= T3). 
De schildklier maakt ongeveer vier keer zoveel T4 als T3. Het lichaam kan zelf T3 maken van T4.

 TSH (= schildklier stimulerend hormoon) geeft de schildklier seintje tot aanmaken van hormonen. TSH wordt gemaakt door de hypofyse. Bij het bloedonderzoek wordt altijd ook naar de hoeveelheid TSH gekeken.
Calcitonine zorgt ervoor dat er niet te veel calcium of kalk vanuit de botten in het bloed komt.

T3 = trijoodthyronine → 20%→ actief
T4 = tetrajoodthyronine of thyroxine of levothyroxine→ 80%→ inactief
Calciumionen spelen een belangrijke rol bij het samentrekken van glad spierweefsel, daarnaast is het een belangrijk onderdeel in de bloedstolling→ reguleert de bloeddruk, hartslag.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Link

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Om aan de aanvraag te voldoen gaat de schildklier groeien bij hypothyreoïdie. 

Slide 8 - Slide

Metabolisme= stofwisseling, omzetting
Hielprik→ hiermee wordt bloed afgenomen bij een pasgeboren baby. In het afgenomen bloed wordt het T4-gehalte onderzocht. Als dat te laag is, wordt ook de TSH-waarde bepaald. Bij een afwijkende uitslag wordt de baby verwezen naar een kinderarts of endocrinoloog. Hoe eerder de behandeling begint met schildklierhormoon, hoe beter.

Slide 9 - Slide

Hashimoto: eigen schildkliercellen worden afgebroken. 
Stille thyreoïditis, tijdelijk hypo of hyper (1-4 mnd) spontaan herstel.
1 maal per dag een half uur voor het ontbijt innemen. 
Bijwerkingen: hyperthyreoïdie. Dosering bepaald adv bloedspiegelbepalingen.
Levothyroxine meest gebruikt, wordt in lever omgezet in sterk werkzame liothyronine, dit heeft korte halfwaardetijd en dus meer schommelingen. Als combinatietherapie als levothyroxine onaf doende werkt. 
Nakijken van de opdracht 
Afkortingen en recepteisen

Pak je antwoorden erbij. 
Zelf aan de slag met de opdracht
 "De schildklier vraag 1 t/m 6"
timer
20:00
Durf je vragen te stellen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Thyreomimetica zijn gnm die werking van de schildklier nabootsen. Het zijn echte schildklierhormonen. We noemen deze behandeling?
A
Causale therapie
B
Substitutietherapie
C
Symptomatische therapie
D
Preventieve therapie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Controle d.m.v. bloedspiegelbepaling
Eerst iedere 6 weken, daarna iedere 3 maanden en jaarlijks

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Medicatiebewaking

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Interacties

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Link

Thyreomimetica zijn een CI bij angina pectoris, hartfalen en hartritmestoornis
Worden gebruikt bij hypothyreoïdie, daar komt bradycardie voor. 
Bradycardie = een te laag hartritme. 
Echter op kennisbank staat dat het geen CI is. 

Probeer bij PS eens uit welke melding je krijgt. 

Slide 19 - Link

This item has no instructions

Slide 20 - Link

De interactie is relevant bij starten, bij dosiswijziging van het thyreomimeticum in de instelfase en bij staken. Als de schildklierfunctie is genormaliseerd, is de respons op VKA's gelijk aan die van personen zonder schildklierfunctiestoornis.
De afbraak van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren worden verhoogd. Gevolg hiervan is een verhoogde respons op de VKA. Zolang de schildklierfunctie niet wijzigt, blijft het effect van de VKA gelijk.
INR verhogende middelen: allopurinol, amiodaron, androgenen, benzbromaron, danazol, disopyramide, disulfiram, esomeprazol/omeprazol, fibraten, fluconazol, isoniazide, itraconazol, ketoconazol, kinidine, leflunomide, metronidazol, noscapine, propafenon, rosuvastatine, teriflunomide, thyreomimetica, voriconazol.
Nakijken van de opdracht 
Afkortingen en recepteisen

Pak je antwoorden erbij. 
Zelf aan de slag met de opdracht
 "De schildklier vraag 7"
timer
5:00
Durf je vragen te stellen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

 en jodiumhoudende contrastmiddelen.

Slide 22 - Slide

Patiënt vaak mager en nerveus. Karakteristiek = uitpuilende oogbol.
Ziekte van graves, oorzaak en ontstaan niet bekend, ontstekingsziekte. Lichaam maakt antistoffen die de schildklier stimuleren om extra schildklierhormoon te maken. Kan alle leeftijden, meestal 40-50 jaar.
Stress kan uitlokkende factor zijn.
Subacute thyreoïditis, spontaan herstel. 
Toxisch adenoom=  een goedaardig gezwel in de schildklier dat te veel schildklierhormoon maakt. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Thiamazol 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Nakijken van de opdracht 
Afkortingen en recepteisen

Pak je antwoorden erbij. 
Maak de opdracht
 "De schildklier vraag 8 t/m 15"
timer
10:00
Durf je vragen te stellen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hypothyreoidie 
Hyperthyreoidie 
Koud 
Warm 

Diarree
Obstipatie 
Bradycardie
Tachycardie 
Depressie 
Zenuwachtig
Neiging tot dik worden 
Afvallen 

Slide 29 - Drag question

Tachycardie = een te snel hartritme 
Bradycardie = een te laag hartritme
Wat is de farmacotherapeutische groep van Levothyroxine?
A
Thyreomimetica
B
Thyreostatica

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke aandoening wordt Thiamazol voorgeschreven?
A
Hyperthyreoïdie
B
Hypothyreoïdie

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Met welk middel hebben thyreomimetica en thyreostatica een interactie?
A
Acenocoumarol
B
Acetylsalicylzuur

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions