15. Thema 2, week 2 Les 9 spreek en schrijftaal

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Geachte leerlingen.

Vandaag zal ik u wederom belasten met een fraaie taalles.

lesdoel

Ik weet wat het verschil tussen spreektaal en schrijftaal is.

Luister goed, ik lees voor.

Vandaag heb ik geconverseerd met de directeur. Hij concludeerde dat alle leerlingen subliem hebben gepresteerd. Desalniettemin deelde hij mede dat bij het schooljaar tot op heden enkele kanttekeningen geplaatst kunnen worden. Zo hebben jullie reeds verscheidene vakanties gehad. De directeur gaf aan dat hij jullie afwezigheid op die momenten betreurt.’

Welke zin staat in spreektaal?

1. Ik heb een griepje.
2. U bent besmet met een virus.
3. Wij verwijzen u door naar de arts.

Spreektaal of schrijftaal?

1. spreektaal
2. schrijftaal

Spreektaal of schrijftaal?

1. spreektaal
2. schrijftaal

Spreektaal of schrijftaal?

1. spreektaal
2. schrijftaal

SCHRIJFTAAL

SPREEKTAAL

Schrijftaal

Gaarne ontvang ik van u een reactie.

*

Ik hoop u spoedig te ontmoeten.
*
Dankzij de voortreffelijke actie van Myra, kunnen we onze koers voortzetten.
*
Gezien de actuele situatie, zijn wij genoodzaakt de zaak te seponeren.

Spreektaal
Heel tof dat we vanavond pitten in de boomhut.
*
Hoe gaattie?
*
Wanneer komen ze nou?
*
Doei!

aangenaam

1. schrijftaal
2. spreektaal

eventueel

1. schrijftaal
2. spreektaal

lijp

1. schrijftaal
2. spreektaal

meissie

1. schrijftaal
2. spreektaal

ongetwijfeld

1. schrijftaal
2. spreektaal

dimmen

1. schrijftaal
2. spreektaal

toename

1. schrijftaal
2. spreektaal

cool

1. schrijftaal
2. spreektaal

voortdurend

1. schrijftaal
2. spreektaal

goeie

1. schrijftaal
2. spreektaal

bij voorbaat

1. schrijftaal
2. spreektaal

Duhh, ze appt niet terug!

1. schrijftaal
2. spreektaal

Duhh, ze sms't niet terug!

1. schrijftaal
2. spreektaal

U en uw gezelschap zijn derhalve welkom.

1. Spreektaal
2. Schrijftaal

Deze auto met energiezuinige motor en milieukenmerk wordt vaak verkocht.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Ja hallo, da's geen stijl, vertrekt de trein vlak voor haar neus!

1. schrijftaal
2. spreektaal

Nou eh, ik weet niet zeker, of eh, ik dit wel leuk vind.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Tijdens het overleg met de leerlingenraad maakt Jolien aantekeningen.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Misschien kan het geen kwaad als je eens iets vaker oplet tijdens de uitleg.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Zou Joost even snel wegrijden, ging hij zo floer onderuit en klatsj met z'n snufferd op de stoep.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Tja, weet je, ik zou net naar haar toegaan, toen Brian eraan kwam en toen kon ik eigenlijk niet meer bellen, maar dat had ik wel moeten doen, dus.

1. schrijftaal
2. spreektaal

Welke zin staat in schrijftaal?

1. 
2. 
3. 

Welke zin staat in schrijftaal?

1. 
2. 
3. 

Welke zin staat in schrijftaal?

1. 
2. 
3. 

Welke zin staat in schrijftaal?

1. 
2. 
3. 

Aan de slag

Thema 2 week 2 les 9

Eerst opgave 3

Dan opgave 2

Daarna 10 x Plussen