Formuleren H3 B(K)-1

Deze les
- Terugblik
- Doel van de les
- Uitleg
- Verwerking
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les
- Terugblik
- Doel van de les
- Uitleg
- Verwerking

Slide 1 - Slide

Terugblik
- i, -ie, -y
- ik-vorm (stam van het werkwoord)
- lange klank/korte klank

Slide 2 - Slide

Doel van de les
Je kunt vertellen wat het verschil tussen spreektaal en schrijftaal is

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Spreektaal
Wel zeggen, niet schrijven:
'Kom es effe hier!'
'Da's stom!'
'We hebbe da nie gedaan!'

Groepstaal

Slide 5 - Slide

Schrijftaal
Officieel
Schrijven
Boeken
Standaardtaal

Slide 6 - Slide

Nou eh, ik weet niet zeker, of eh, ik dit wel leuk vind.
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 7 - Quiz

Deze auto met energiezuinige motor en milieukenmerk wordt vaak verkocht.
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 8 - Quiz

Ja hallo, da's geen stijl, vertrekt de trein vlak voor haar neus!
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 9 - Quiz

Zou Joost even snel wegrijden, ging hij zo floer onderuit en klatsj met z'n snufferd op de stoep.
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 10 - Quiz

Tijdens het overleg met de leerlingenraad maakt Jolien aantekeningen.
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 11 - Quiz

Tja, weet je, ik zou net naar haar toegaan, toen Brian eraan kwam en toen kon ik eigenlijk niet meer bellen, maar dat had ik wel moeten doen, dus.
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 12 - Quiz

Duhh, ze sms't niet terug!
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 13 - Quiz

Misschien kan het geen kwaad als je eens iets vaker oplet tijdens de uitleg.
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 14 - Quiz

Misschien ga ik nog effe naar de mediatheek om een boek te zoeken.

Slide 15 - Open question

Joey is echt mijn mattie, dat weet iedereen op school.

Slide 16 - Open question

Ja lekker, moet ik corvee doen.

Slide 17 - Open question

Ik vind het een vet idee om met z'n allen een cadeau te kopen.

Slide 18 - Open question

Leuk dat je langskwam, laterz!

Slide 19 - Open question

Hoe'st met je enkel, heb je er nog last van?

Slide 20 - Open question

Margo, wazzup?

Slide 21 - Open question

Deze schoenen zijn gruwelijk; die wil ik ook hebben!

Slide 22 - Open question

aangenaam
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 23 - Quiz

bij voorbaat
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 24 - Quiz

cool
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 25 - Quiz

dimmen
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 26 - Quiz

eventueel
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 27 - Quiz

goeie
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 28 - Quiz

lijp
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 29 - Quiz

meissie
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 30 - Quiz

ongetwijfeld
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 31 - Quiz

toename
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 32 - Quiz

voortdurend
A
schrijftaal
B
spreektaal

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Uitdrukkingen met voorzetsels
Maak de volgende uitdrukkingen af met voorzetsels.
Probeer ze alle tien in te vullen

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Mind map