Interventies, evalueren en rapporteren

Interventies, evalueren en rapporteren

Vorige les ging over het vaststellen van de vp doelen en interventies (hoe ga je het doel halen)
Nu gaan we het hebben over het uitvoeren van de interventies en observeren en rapporteren
JG
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Interventies, evalueren en rapporteren

Vorige les ging over het vaststellen van de vp doelen en interventies (hoe ga je het doel halen)
Nu gaan we het hebben over het uitvoeren van de interventies en observeren en rapporteren
JG

Slide 1 - Slide

Herhaling
Verpleegkundig proces
Diagnose stellen
Doelen maken
Interventies

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:

  • Je kunt benoemen hoe een verpleegkundige diagnose wordt gesteld.
  • Je kunt benoemen hoe een doel wordt gemaakt.
  • Je kunt benoemen hoe interventies worden gemaakt.
  • Je kunt interventies opzoeken en benoemen bij verschillende problemen.
  • Je kunt het verschil tussen product en proces evaluatie benoemen.
  • Je kunt benoemen via welke methode er gerapporteerd kan worden.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opdracht in peergroep

Interventies benoemen bij de volgende problemen:


Acute pijn
Misselijkheid
Slapeloosheid

Wie: peergroep       Wat: interventies uitwerken       Tijd: 20 min

Slide 9 - Slide

Waar let je op bij het lezen van het verpleegplan?

Slide 10 - Open question

Uitvoeringsfase
Vaardigheden die je nodig hebt bij de uitvoering van je beroep:

  1. Waarnemen
  2. Observeren
  3. Signaleren
  4. Monitoren

Slide 11 - Slide

Wat is waarnemen?

Slide 12 - Open question

Waarnemen
Waarnemen:
* opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen
* Onbewust, de hele dag, elk moment
Selectief waarnemen:
 * je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen

Slide 13 - Slide

Met welke zintuigen kan je observeren?

Slide 14 - Open question

Observeren
Bewust, doelgericht iets waarnemen
zintuigen:
- oren= luisteren
- ogen= kijken
-tastzin= voelen
- reukzin= ruiken
- Smaakzin = proeven

Slide 15 - Slide

instrumenten - observatielijsten
Pijnschaal ( VAS)
Decubitusschaal ( Braden, Norton)
DOS ( Delier observatieschaal)
MEWS ( modified early warning scale)
SNAQ score ( voeding)

Slide 16 - Slide

Signaleren is:
A
Iets opmerken
B
Iets opmerken wat niet besproken hoeft te worden
C
Iets opschrijven
D
Iets opmerken en dit aan anderen laten weten

Slide 17 - Quiz

signaleren
opmerken van veranderingen in de gezondheidstoestand
en zonodig actie ondernemen

Slide 18 - Slide

Wat versta je onder
monitoren?

Slide 19 - Mind map

Monitoren

Resultaten van de interventies continue in de gaten houden
dit kan door je rapportage of door bv een zorgplan bespreking

Slide 20 - Slide

evalueren van zorg
zijn de zorgdoelen behaald ?( product) 
hoe is dat verlopen ?  (proces)
hoe heeft de patiënt het ervaren ?  (product en proces)
is het klaar of moet het verpleegplan aangepast worden?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

product beoordeling
doel(-en) volledig bereikt
doel is gedeeltelijk bereikt
het doel is niet bereikt


Slide 23 - Slide

proces-evaluatie
- juiste en voldoende gegevens verzameld?
anamnese op juiste wijze afgenomen ?
juiste diagnosen gesteld?
waren de doelen wel haalbaar?
heb je de juiste interventies gekozen?

Slide 24 - Slide

Rapporteren wat is dat?

Slide 25 - Mind map

Rapporteren

Het schiftelijk/mondeling verslag doen van gebeurtenissen of situaties die zijn waargenomen. 

Je rapporteert het zorgproces van de zorgvrager

Slide 26 - Slide

SOAP methode
S:    subjectieve gegevens (wat zegt de zv)
O:    objectieve gegevens (wat zie of meet jij)
A:    analyse van het probleem (conclusie)
P:    planning (wat heb je gedaan/ga je doen)

Slide 27 - Slide

Voordelen rapportage via SOAP 


  • Dwingend tot nauwkeurigheid en volledigheid
  • Bevordert zorgvraag-gerichte overdracht
  • Geschreven vanuit feitelijke verzorgingssituaties

Slide 28 - Slide

Voorbeeld rapportage
fout:
Mw ging vandaag vaak naar het toilet.

Goed:
Mw ging vandaag 5x naar het toilet , normaal is dit 3x

Slide 29 - Slide

Hoe ga je dit rappoteren....

Je treft een mevrouw aan met een dikke blauw/paarse vinger
ze heeft veel pijn

Slide 30 - Slide

VOORBEELD RAPPORTAGE VOLGENS SOAP
 S:  Mevrouw vertelt me dat haar vinger tussen de deur heeft gezeten

 O: De vinger van mevrouw is dik en blauw, paars verkleurd 

A:  Vermoedelijk heeft mevrouw met haar vinger tussen de deur gezeten, zij heeft pijnklachten 

P:  Ik heb mevrouw gerustgesteld en haar vinger onder de kraan laten houden. Dokter gebeld              voor overleg. Hij komt vanmiddag naar de vinger kijken.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Leerdoelen behaald?

  • Je kunt benoemen hoe een verpleegkundige diagnose wordt gesteld.
  • Je kunt benoemen hoe een doel wordt gemaakt.
  • Je kunt benoemen hoe interventies worden gemaakt.
  • Je kunt interventies opzoeken en benoemen bij verschillende problemen.
  • Je kunt het verschil tussen product en proces evaluatie benoemen.
  • Je kunt benoemen via welke methode er gerapporteerd kan worden.

Slide 33 - Slide