Diepere Duik in Chromosomen en Geslachtsorganen

Diepere Duik in Chromosomen en Geslachtsorganen
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Diepere Duik in Chromosomen en Geslachtsorganen

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de rol van chromosomen, geslachtsorganen en hormonale aansturing begrijpen en uitleggen welke chromosoomafwijkingen levensvatbaar zijn.

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over chromosomen en geslachtsorganen?

Slide 3 - Mind map

Chromosomen en geslachtsorganen
Mensen hebben 23 paar chromosomen, inclusief een geslachtschromosoom. Mannen hebben XY en vrouwen hebben XX. Geslachtsorganen ontwikkelen zich op basis van hormonale signalen.

Slide 4 - Slide

Hormonale aansturing
Bij mannen worden de geslachtsorganen gestimuleerd door testosteron, terwijl bij vrouwen oestrogeen en progesteron een rol spelen in de ontwikkeling en regeling van de geslachtsorganen.

Slide 5 - Slide

Chromosoomafwijkingen
Sommige chromosoomafwijkingen, zoals het syndroom van Down, zijn levensvatbaar, terwijl andere, zoals het Turner-syndroom, tot ernstige complicaties kunnen leiden.

Slide 6 - Slide

Levensvatbare chromosoomafwijkingen
Downsyndroom (trisomie 21) en Klinefelter-syndroom (XXY) zijn voorbeelden van levensvatbare chromosoomafwijkingen.

Slide 7 - Slide

Niet-levensvatbare chromosoomafwijkingen
Voorbeelden van niet-levensvatbare chromosoomafwijkingen zijn het Turner-syndroom (XO) en het syndroom van Klinefelter (XXY).

Slide 8 - Slide

Opdracht: Levensvatbaarheid van chromosoomafwijkingen
Onderzoek en beoordeel welke chromosoomafwijkingen levensvatbaar zijn en presenteer je bevindingen aan de klas.

Slide 9 - Slide

Samenvatting
Chromosomen, geslachtsorganen en hormonale aansturing spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van het menselijk lichaam. Het begrijpen van chromosoomafwijkingen is belangrijk voor de medische wetenschap en genetica.

Slide 10 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question