do 11 mrt Spanning in verhalen

Spanning in verhalen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spanning in verhalen

Slide 1 - Slide

Onderwerp van deze les
  • Fictie (blok 4): spanning in verhalen.

Slide 2 - Slide

Spanning in verhalen
  • Omgeving
  • Situatie
  • Raadsel of probleem
  • Cliffhanger
  • Uitstel
  • Vermoeder
  • Open plekken

Slide 3 - Slide

Spanning in verhalen
De hoofdpersoon bevindt zich in een gevaarlijke situatie of gevaarlijke omgeving.

Slide 4 - Slide

Spanning in verhalen
De hoofdpersoon moet een raadsel of probleem oplossen. 

Slide 5 - Slide

Fictie 
Spanning in verhalen: 

Hoe maakt een schrijver een verhaal spannend?

Slide 6 - Slide

Spanning in verhalen
Een hoofdstuk eindigt met een cliffhanger: een onderbreking van het verhaal op een heel spannend moment.

Slide 7 - Slide

Spanning in verhalen
  • Je krijgt door aanwijzingen in het verhaal een vermoeden over hoe het afloopt, maar je weet nog niet precies hoe het zit.
  • Het verhaal krijgt een onverwachte wending: er gebeurt plotseling iets wat je niet had verwacht.

Slide 8 - Slide

Spanning in verhalen
1. Gevaarlijke omgeving, geluiden en personen
2. Gevaarlijke situatie
3. Probleem of raadsel
4. Cliffhanger
5. Uitstellen van het onthullen van het geheim of raadsel 
6. Open plekken in het verhaal.
7. Vermoeden hoe het afloopt.
8. Onverwachte wending

Slide 9 - Slide

Spanning in verhalen
- Het verhaal speelt zich in een gevaarlijke omgeving.
- De hoofdpersoon moet een raadsel of probleem oplossen.
- Er is sprake van een cliffhanger.
- Je bent bijna bij de oplossing maar eerst is er nog uitstel.

Slide 10 - Slide

Trucs voor spanning in verhalen
1. Spannende/griezelige omgeving, geluiden en personen
2. Gevaarlijke situaties
3. Geheim of raadsel
4. Uitstellen van het onthullen van het geheim of raadsel
5. Je krijgt een vermoeden over de afloop
6. Onverwachte gebeurtenis
7. Cliffhanger

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Huiswerk voor ma 15
Fictie blok 5
Gedicht blz. 186
Maken opdr. 3 en 4

 

Slide 13 - Slide

Gedichten

Slide 14 - Mind map

Rijmschema (blz 15 syllabus)

Slagrijm: laatste woorden hebben allemaal zelfde klank (aaaa)

Gepaard rijm: aabbcc 

Gekruist rijm: abab cdcd

Omarmend rijm: abba cddc

Gebroken rijm: abcb (alleen de tweede en de vierde regel rijmen)

Verspringend rijm: abcabc (bij sonnet in coupletjes van 3 regels)


Slide 15 - Slide

Rijmschema

Gepaard rijm: telkens twee regels rijmen op elkaar (a-a-b-b). 
Gekruist rijm: de regels rijmen om en om op elkaar (a-b-a-b). 
Omarmend rijm: regel 1 en 4 rijmen op elkaar, daartussen rijmen regel 2 en 3 op elkaar (a-b-b-a).

Slide 16 - Slide

Huiswerk voor Ma 15 maart

Maken opdr. 3 en 4
Leren blz. 186/187
Rijm in gedichten

Slide 17 - Slide