4.2 Percentage erbij of eraf

H4 Werken met aantallen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4 Werken met aantallen

Slide 1 - Slide

4.2 Percentage erbij of eraf
Wat gaan we deze les leren:
  • Steeds hetzelfde percentage erbij of eraf schrijven als een   vermenigvuldiging.
  • Vermenigvuldigingen met dezelfde factor korter schrijven

Slide 2 - Slide

4.2 hetzelfde percentage erbij
Danny heeft 1000 euro op zijn spaarrekening gezet.
De bank geeft hem 2% rente. De rente laat hij op 
dezelfde rekening bijschrijven.

a) Waarom staat er in 
    de tabel 102?

omdat 100% + 2% = 102% en dat is factor 1,02
,
,

Slide 3 - Slide

4.2 hetzelfde percentage erbij
Danny heeft 1000 euro op zijn spaarrekening gezet.
De bank geeft hem 2% rente. De rente laat hij op 
dezelfde rekening bijschrijven.

b) Wat staat er na 2 jaar 
     op zijn rekening?
     1040,4 euro.



10  1020
1,02  1040,4

Slide 4 - Slide

4.2 hetzelfde percentage erbij
D
10  1020
10,2  1040,4
1040,4  1,02  1061,21
Dus na 3 jaar 
heeft hij 1061,21 
euro op zijn 
rekening staan!

Slide 5 - Slide

4.2 hetzelfde percentage erbij

Slide 6 - Slide

10001.022=1040,40
10001.023=1061,21
na 2 jaar
na 3 jaar

Slide 7 - Slide

10000,852=722,50
10000.853=614,13
na 2 jaar
na 3 jaar
Bij een percentage eraf gaat dit precies hetzelfde.
Stel je koopt een fiets van 1000 euro en elk jaar wordt de fiets 15% minder waard
0,85                        
0,85 * 0,85            
0,85 * 0,85 * 0,85 

Slide 8 - Slide

Schrijf in je schrift:   




begingetal x factor







aantal perioden 
Leer dit uit je hoofd! 

Slide 9 - Slide

Een Facebookpagina heeft 2500 likes. Het streven is om het komende jaar het aantal likes per maand 4% te laten stijgen. Welke factor hoort bij deze toename?

Slide 10 - Open question

Bereken hoeveel likes na vier maanden worden verwacht.

Slide 11 - Open question

Hoeveel likes worden er na een jaar verwacht?

Slide 12 - Open question

Isa heeft een ballon opgeblazen tot de inhoud 10 liter is. De ballon loopt na het opblazen langzaam leeg. Elk uur ontsnapt ongeveer 4% van de inhoud. Wat is de factor?

Slide 13 - Open question

Laat met een berekening zien dat na zes uren nog ongeveer 7,83 liter lucht in de ballon zit.

Slide 14 - Open question

Maak nu
paragraaf 4.2  helemaal netjes af in je schrift.

Slide 15 - Slide