WZKJ H2 Ontwikkelingsfasen

H2 Ontwikkelingsfasen

Aan het eind van dit hoofdstuk:

  • ken je de lichamelijke ontwikkeling van kinderen en jongeren
  • ken je de cognitieve ontwikkeling van kinderen en jongeren
  • ken je de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren
  • weet je welke factoren de ontwikkeling kunnen beïnvloeden. 




1 / 46
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

H2 Ontwikkelingsfasen

Aan het eind van dit hoofdstuk:

  • ken je de lichamelijke ontwikkeling van kinderen en jongeren
  • ken je de cognitieve ontwikkeling van kinderen en jongeren
  • ken je de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren
  • weet je welke factoren de ontwikkeling kunnen beïnvloeden. 




Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Welke soorten ontwikkelingen maakt een kind door?

Slide 3 - Mind map

Ontwikkelingsfasen
Lichamelijke ontwikkeling
groei,  toename van het gewicht,  ontwikkeling van het gebit,  ontwikkeling van de grove en fijne motoriek

Geestelijke ontwikkeling (cognitieve ontwikkeling)
ontwikkeling van het verstand, het krijgen van kennis
(weten) en het krijgen van inzicht (begrijpen), o.a. taalontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling
 omgaan met anderen in je omgeving (sociale ontwikkeling) en leren omgaan met je eigen gevoelens (emotionele ontwikkeling). 



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wisselwerking
De lichamelijke, geestelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling hebben invloed op
elkaar. 
Bijvoorbeeld door te gaan kruipen (lichamelijke ontwikkeling) ontdekt de baby
meer van de wereld om zich heen (geestelijke ontwikkeling).
Als er problemen zijn bij de ontwikkeling van het ene gebied, is dit van invloed op de
ontwikkeling van een ander gebied.

Slide 6 - Slide

de ontwikkeling van het lichaam en de motoriek of het bewegen.
de ontwikkeling van het denken, waarnemen, het geheugen en de spraak en taal.
de omgang met anderen en de ontwikkeling van emoties en gevoelens.
Lichamelijke ontwikkeling 
Cognitieve ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 7 - Drag question

sociaal
lichamelijk
Geestelijk
Covid
depressie
verlegenheid
eenzaamheid
ruzie
Burn-out
Down syndroom
Multiple Sclerose (MS)
diabetes
Parkinson

Slide 8 - Drag question

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 9 - Drag question

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 10 - Drag question

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 11 - Drag question

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 12 - Drag question

Is 'tekenen' een voorbeeld van fijne- of grove motoriek?
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek

Slide 13 - Quiz

Welke motoriek zie je?
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek

Slide 14 - Quiz

Grove of fijne motoriek?

'KNIPPEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 15 - Quiz

Is de beweging een fijne of een grove motoriek?
Kies de juiste woorden.
Brood snijden: ...(1)... motoriek
Koffie zetten: ...(2)... motoriek
Tanden poetsen: ...(3)... motoriek
Trap lopen: ...(4)... motoriek

A
1 fijne, 2 fijne, 3 fijne, 4 grove
B
1 grove, 2 fijne, 3 fijne, 4 grove
C
1 fijn, 2 grove, 3 fijne, 4 grove
D
1 fijne, 3 fijne, 3 grove, 4 fijne

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Levensfasen/ Ontwikkelingsfasen

Slide 18 - Slide

0 - 1 jaar
1 - 2 jaar
2 - 4 jaar
4 - 6 jaar
12 - 16 jaar
Baby
Dreumes
Kleuter
Peuter
Puber

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Door welk reflex kan de baby meteen melk drinken?
A
Zuigreflex
B
Zoekreflex
C
Slikreflex
D
Loopreflex

Slide 23 - Quiz

Bij welke reflex draait de baby z'n mond naar je toe?
A
Grijpreflex
B
Zoekreflex
C
Zuigreflex
D
Schrikreflex

Slide 24 - Quiz


  • De baby leert de wereld om zich heen door te proberen, nadoen en herhalen met behulp van alle zintuigen.  

  • Zodra de baby kan kruipen, gaat hij ergens op af om het te onderzoeken. Hij ontdekt dat je soms ergens op moet klimmen om erbij te kunnen of dat je hulp moet vragen als je iets wilt hebben.


  • Huilen. 
  • + 5 mnd: Brabbelen. De baby oefent klanken.
  • Imiteren:   klanken nadoen: bijv. ‘mama’ 
  • + 9 mnd: Eén woord-zinnen. 
  • + 1,5 jaar: 2-3 woord zinnen, bijv.: ‘papa doen’.

Door samen met de baby prentenboeken te ‘lezen’ en verhaaltjes te vertellen, bevorder je de geestelijke ontwikkeling van het kind.
Geestelijke ontwikkeling baby’s
Taalontwikkeling

Slide 25 - Slide


  • Een baby reageert op zijn omgeving en uit daarbij zijn gevoel, bijv.  bewegingen met zijn armpjes en beentjes als hij ontevreden is en lachen als hij/zij blij is.
  • Warmte en veiligheid is heel belangrijk,  knuffelen en aandacht. Na + 2 mnd: eerste lachje.
  • Na een tijdje: eenkennig, rond één jaar is, neemt de eenkennigheid af 
  • Baby’s worden zich vanaf vijf maanden bewust van andere kinderen. 

Sociaal-emotionele ontwikkeling baby’s

Slide 26 - Slide

Wat betekent het als een baby eenkennig wordt
A
dat de baby een achterstand heeft in zijn sociale ontwikkeling
B
dat de baby gaat huilen als een vreemde aandacht aan hem geeft
C
dat de baby alleen huilt of moet lachen bij een persoon
D
dat de baby zijn gezinsleden niet meer herkent

Slide 27 - Quiz

De volgorde waarin baby's zich lichamelijk ontwikkelen, is vaak hetzelfde. Het tempo waarin ze dit doen kan wel erg verschillen..
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Bij welke ontwikkeling hoor het als een baby z'n eerste woordje zegt?
A
Sociale ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
Lichamelijke ontwikkeling
D
Geestelijke ontwikkeling

Slide 29 - Quiz

Welke zin geeft een voorbeeld van de sociale ontwikkeling van een baby?
A
Begrijpt bij het zien van de fles dat hij een voeding krijgt
B
Kan speelgoed met duim en wijsvinger vastpakken
C
Gaat huilen als hij een vreemde ziet
D
Weegt bij 1 jaar 3X het geboortegewicht

Slide 30 - Quiz



  • van ongeveer 51 naar zo’n 80 cm en van 3½ kilo naar tot 10 of 11 kilo als hij 1 jaar is.
  • melkgebit: meestal eerst 2 voortandjes in de onderkaak, soms na 6 maanden, soms later.
  • In het begin veel slapen, later minder.
  • eerst grove motoriek ( grotere bewegingen, zoals rollen, kruipen en lopen). Geleidelijk aan fijne motoriek: kleinere en preciezere bewegingen 

3 mnd: omrollen van zij op zijn rug en andersom, hoofdje optillen in buikligging
+ 6 mnd zitten met hulp
+ 9 mnd kruipen en  stevig zitten.
+ 10, 11 mnd : staan
+ 12-14 mnd eerste stapjes, lopen



+ 6 mnd  stukje speelgoed met de hele hand vastgrijpen.
+ 10 mnd :  stukje speelgoed met duim, wijs- en middelvinger pakken. 
+ 12 mnd: toren van twee blokken bouwen.
+ 15 mnd: kleine blokken in de juiste gaatjes doen.

Hoe meer de baby speelt en oefent, des te beter verloopt de oog-handcoördinatie.
Lichamelijke ontwikkeling baby’s
ontwikkeling grove motoriek
ontwikkeling fijne motoriek

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

In welke volgorde verloopt de taalontwikkeling van baby's? Begin bij de fase die als eerst komt. 
Brabbelen 
Eénwoord-zinnen
Huilen
Imiteren
Volledige zinnetjes
1
2
3
4
5

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Video

Als een baby begint te brabbelen ( taalontwikkeling) is dit onderdeel van de...
A
Geestelijke ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
lichamelijke ontwikkeling

Slide 35 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat kinderen al jong met boeken in aanraking komen?
A
Het kind kan zich vergelijken met personen uit het boek
B
Het kind kan zo volwassenen imiteren.
C
Het stimuleert de taalontwikkeling.

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

invloeden op de ontwikkeling 
positieve interne factor
positieve externe factor
negatieve interne factor
negatieve externe factor
sociale contacten
laag IQ
criminaliteit
verwaarlozing
waardering van anderen
werkloosheid
genetische afwijking
talent
armoede
positief zelfbeeld

Slide 44 - Drag question

Imiteren
Interne factor
Cognitieve ontwikkeling
 Abstract denken
Geslachtsrijp
Hechting
Zindelijk
Reflex
Ontwikkeling van het denken, waarnemen, het geheugen en de spraak en taal.
Aangeboren factoren zoals bijvoorbeeld erfelijke factoren.
Kunnen nadenken over zaken die niet waarneembaar zijn.
Automatische reactie op prikkels van buitenaf.
Iemand anders nadoen.
Dat een kind zelf kan bepalen wanneer het moet plassen of poepen.
De positieve emotionele bang die zich ontwikkelt tussen een kind en één of meer belangrijke personen.
Jezelf kunnen voortplanten.

Slide 45 - Drag question

H2 Ontwikkelingsfasen

Aan het eind van dit hoofdstuk:

  • ken je de lichamelijke ontwikkeling van kinderen en jongeren
  • ken je de cognitieve ontwikkeling van kinderen en jongeren
  • ken je de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren
  • weet je welke factoren de ontwikkeling kunnen beïnvloeden. 




Slide 46 - Slide