Entree les 2 Hygiëne

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Hygiëne

Werkplekopdracht Werkplek schoonhouden

Programma

Bespreken van vorige week

E-book hoofdstuk 1 hygiëne doorlezen

Woordenschat Woorden Hoofdstuk 1

Werkplekopdracht Werkplek schoonhouden

Leg uit waar hoofdstuk 1 van het e-book over gaat.

Moeilijke woorden hoofdstuk 1

Als je met voedsel werkt, moet je hygiënisch werken.

Waar

Niet waar

Van bacteriën word je ziek.

Waar

Beetje waar

Niet waar

Beetje waar:

Goede bacteriën niet

Slechte bacteriën wel

Waarom moet je een blauwe pleister gebruiken?

Wat gebeurt er als je gekoelde producten te lang uit de koeling houdt?

Woorden thema 1

Beschrijven wat hygiëne inhoudt. 

Woorden herkennen die met hygiëne te maken hebben. 

Micro-organisme

Een klein levend wezen, dat je niet met het blote oog kunt zien. 

Denk aan schimmels, gisten en bacteriën. 

de grondstof

Een onbewerkt product

 Een grondstof is een materiaal dat gebruikt wordt om iets te maken. 

de hygiëneregel 

Regels om schoon en veilig te werken. 

de routing

De weg van product, medewerkers en afval binnen een bedrijf of afdeling

HACCP

HACCP is een afkorting. 

De letters staan voor ‘Hazard Analysis Critical Control Points’. 

Gevaren worden opgeschreven en gecontroleerd. .

Een monster nemen

Monsters nemen van producten verwijst naar kwaliteitscontrole

NVWA

Afkorting voor de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit.

Dit bedrijf bewaakt de veiligheid van voedsel en de gezondheid van dieren. 

Het pictogram

Een afbeelding op een product. 

Ventileren

Dat er tijdens het schoonmaken frisse lucht het gebouw binnenkomt en vuile lucht eruit gaat. 

Recyclen

Materiaal opnieuw gebruiken om er een nieuw product van te maken. 

Hoofdstuk 2

Voedselbederf en voedselvergiftiging

Voedselbederf

Zien                                                                         Proeven

Ruiken

Voedselvergiftiging

Voedselinfectie

Je wordt ziek van micro-organismen.

Je wordt ziek van de gifstoffen die de micro-organismen maken. .

Werkplek opdracht

Werkplek schoonhouden

werkplekopdracht bestaat uit twee deelopdrachten

A. Werkplek opruimen

B. Reinigen van materialen, gereedschappen en oppervlakken.

C. Desinfecteren van materialen, gereedschappen en oppervlakken.

2. Bespreek de ingevulde lijsten met je praktijkbegeleider.

Drie tips:

1. Scheid rauw en ander eten.

2. Gebruik verschillende snijplanken en messen. 

3. Was je handen.

Hoe moet je de snijplanken schoonmaken?

- met heet water en afwasmiddel

- in de vaatwasser.

Nabespreken 

PAUZE

Presenteren

Persoonlijke hygiëne

Bedrijfshygiëne

Producthygiëne

Doornemen

Huiswerk

Mentoruur	28 september
NUMO Taak Mentoruuropdracht 2	E-book Lezen hoofdstuk 2 Voedselbederf en voedselvergiftiging
Ffrekenen