3 vmbo k/pm thema 3.4 Erfelijkheid: kruisingen

11.4 Kruisingen

thema 11 Erfelijkheid
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

11.4 Kruisingen

thema 11 Erfelijkheid

Slide 1 - Slide

herhalen vorige les
genenparen:
- genenparen
- homozygoot/heterozygoot
- dominant/recessief

Slide 2 - Slide

Homozygoot

Hetzelfde


de 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzlefde


Slide 3 - Slide

Heterozygoot

Verschillend


de 2 genen voor één erfelijke eigenshap zijn verschillend

Slide 4 - Slide

Dominant of recessief
Het gen wat bij een heterozygoot genotype tot uiting komt is dominant
Dominant gen = Bruin haar: hoofdletter
Recessief gen = Blond haar: kleine letter

Slide 5 - Slide

Welke haarkleur heeft deze persoon?

Slide 6 - Slide

DUS
Als er een dominant gen aanwezig is komt die tot uiting in het fenotype (uiterlijk)

Slide 7 - Slide

Hoe noteren we dit?

Homozygoot dominant: AA

Homozygoot recessief: aa

Heterozygoot: Aa


Er zijn dus altijd 3 mogelijkheden

Slide 8 - Slide

Homozygoot         Heterozygoot          Homozygoot
  
Bruine ogen            Bruine ogen            Blauwe ogen
A         A                   A          a                     a          a
Genen

Slide 9 - Slide

herhaling theorie - kruisingen
kruising: twee individuen die samen nakomelingen krijgen

wordt vaak gedaan door fokkers om zo nakomelingen te krijgen met goede eigenschappen

kruisingen kan je weergeven in een kruisingsschema

Slide 10 - Slide

oefening - kruisingen
vachtkleur bij de Labrador:
- zwarte vacht is dominant (A)
- gele vacht is recessief (a)



Slide 11 - Slide

oefening - kruisingen
Een zwartharig vrouwtje, dat homozygoot is voor de haarkleur paart met een geelharig mannetje.



Slide 12 - Slide

oefening - kruisingen
stap 1: Bedenk wat de genotypen en fenotypen van de ouders zijn 

Slide 13 - Slide

oefening - kruisingen 
mannetje:
- fenotype: geelharig
- genotype: aa (want geelharig is recessief)

vrouwtje
- fenotype: zwartharig
- genotype: AA (want homozygoot dominant)

Slide 14 - Slide

oefening - kruisingen
stap 2 (geslachtscellen): bedenk welke genen in de geslachtscellen van beide ouders kunnen voorkomen

Slide 15 - Slide

oefening - kruisingen
In de geslachtscellen komen de genen enkelvoudig voor (dus niet in paren).

mannetje: elke zaadcel bevat a
vrouwtje: elke eicel bevat A

Slide 16 - Slide

oefening - kruisingen
stap 3: stel vast welk genotype en fenotype de nakomelingen kunnen hebben (F1)

Slide 17 - Slide

oefening - kruisingen

Slide 18 - Slide