Leesvaardigheid 1

Leesvaardigheid leerjaar 2
Tips leesvaardigheid
Oefenen met leesvaardigheid
Vragen of opmerkingen?

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leesvaardigheid leerjaar 2
Tips leesvaardigheid
Oefenen met leesvaardigheid
Vragen of opmerkingen?

Slide 1 - Slide

Tips voor leesvaardigheid

Het meest belangrijke om te oefenen voor een leestoets, is om veel teksten te lezen en oefentoetsen te maken. Voor een gewone toets kun je uit jouw boek leren, maar voor een leestoets heb je bepaalde vaardigheden nodig, waarvoor je veel zult moeten oefenen.

Slide 2 - Slide

Strategieën tijdens de leestoets
Voor het lezen:
  • Kijk naar de titel -> waar gaat het over?
  • Probeer eerst een beeld te vormen van de tekst. Wat voor een type tekst   is het? Is het bijvoorbeeld een brief, mail, artikel of advertentie?
  • Kijk vervolgens naar de titel van de tekst en bedenk wat jij al van het onderwerp weet. Bekijk eventuele plaatjes of tussenkopjes. Ook is het handig om de opdracht/ vragen die bij te tekst horen van tevoren vast goed te bekijken.

Slide 3 - Slide

Tijdens het lezen:
  • Je kunt de tekst vervolgens op verschillende manieren lezen:
  • Eerst ga je de tekst skimmen, dat is de tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat. Je bekijkt de opvallende stukjes en per alinea de eerste en laatste zin.
  • Daarna ga je de tekst scannen, waarbij je op zoek gaat naar specifieke informatie.
  • Tot slot ga je de tekst intensief lezen, waarbij je de tekst helemaal gaat lezen.

Slide 4 - Slide

Het beantwoorden van de vragen:
Wanneer je de tekst goed gelezen hebt, ga je nogmaals goed naar de vragen kijken. Er zijn verschillende typen vragen:
  • Bij vragen over de hele tekst ga je nogmaals skimmen en zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.
  • Voor vragen naar bepaalde informatie kun je gaan scannen en de juiste woorden zoeken.
  • Als bij vragen regelnummers worden gegeven, is het handig als je de hele alinea daar omheen leest.

Slide 5 - Slide

  • Bij meerkeuzevragen staan de vragen meestal op volgorde van de tekst. Lees alleen het stukje waar jij denkt dat het antwoord staat. Probeer dan eerst zelf een antwoord te geven en daarna te kijken welk antwoord het beste op jouw antwoord lijkt.

Slide 6 - Slide

Tot slot!
Probeer bij elke vraag het juiste stuk tekst te vinden waar je het antwoord kunt vinden. Hierdoor lees je dus sommige stukjes meerdere keren. Wanneer je het antwoord echt niet kunt vinden, ga je naar de volgende vraag en kun je er later op terugkomen. Misschien heb je dan het antwoord al op een andere plek zien staan!


Slide 7 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Er volgen een paar kleine tekstjes
  • Je leest de tekst en probeert dit te doen met de tips die je net hebt gekregen
  • Je krijgt hiervoor vijf minuten
  • Maak eventueel aantekeningen
  • Vervolgens beantwoord je vijf vragen die horen bij de tekst

Slide 8 - Slide

Meine Familie
Zu meiner Familie gehören vier Personen. Die Mutter bin ich und dann gehört natürlich mein Mann dazu. Wir haben zwei Kinder, einen Sohn, der sechs Jahre alt ist und eine drei Jährige Tochter.

Wir wohnen in einem kleinen Haus mit einem Garten. Dort können die Kinder ein bisschen spielen. Unser Sohn kommt bald in die Schule, unsere Tochter geht noch eine Zeit lang in den Kindergarten. Meine Kinder sind am Nachmittag zu Hause. So arbeite ich nur halbtags.

Eigentlich gehören zu unserer Familie auch noch die Großeltern. Sie wohnen nicht bei uns. Sie haben ein Haus in der Nähe. Die Kinder gehen sie oft besuchen.

Slide 9 - Slide

Wie viele Personen hat die Familie?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 10 - Quiz

Wo wohnt die Familie?
A
in einem Garten
B
in einer Stadt
C
in einer Wohnung
D
in einem Haus

Slide 11 - Quiz

Haben sie Kinder?
A
nein
B
ja, zwei Kinder
C
ja, ein Kind
D
ja, drie Kinder

Slide 12 - Quiz

Arbeitet die Mutter?
A
ja, aber nur halbtags
B
ja, sie arbeitet von 9.00 bis 17.00 Uhr
C
nein, sie ist Hausfrau
D
Davon steht nichts im Text

Slide 13 - Quiz

Wer gehört noch zur Familie?
A
eine Katze
B
ein Hund
C
Oma und Opa
D
Onkel und Tante

Slide 14 - Quiz

Frühstück
Es ist 7 Uhr am Morgen. Familie Müller sitzt am Frühstückstisch. Der Vater heißt Bernd. Der Name der Mutter ist Angelika. Thomas und Lisa sind die Kinder der beiden. Thomas sitzt neben Angelika. Bernd sitzt neben seiner Tochter.
Die Eltern trinken eine Tasse Kaffee. Der Vater liest dabei eine Zeitung. Die beiden Kinder trinken Milch. Auf dem Tisch stehen vier Teller und vier Tassen. In der Mitte steht ein Korb mit Brot. Daneben liegt die Butter. Ein Teller mit Wurst und Käse ist auch da. Dahinter steht ein Glas Marmelade.

Der Vater isst ein Brot mit Butter und Wurst. Angelika mag am liebsten Käse. Die Kinder essen ihr Brot mit Marmelade.

Slide 15 - Slide

Wie heißt der Sohn von Bernd und Angelika?
A
Lisa
B
Bernd
C
Thomas
D
Angelika

Slide 16 - Quiz

Wer sitzt neben Lisa?
A
Thomas
B
Angelika
C
Bernd
D
niemand

Slide 17 - Quiz

Wer liest die Zeitung?
A
Thomas
B
Lisa
C
Angelika
D
Bernd

Slide 18 - Quiz

Wie vielen Tassen stehen auf dem Tisch?
A
eine Tasse
B
zwei Tassen
C
drei Tassen
D
vier Tassen

Slide 19 - Quiz

Was isst die Mutter am liebsten?
A
Brot mit Butter und Wurst
B
Brot mit Käse
C
Brot mit Marmelade
D
Brot mit Honig

Slide 20 - Quiz