H4

Factor

Je kunt aan de hand van een factor aangeven of het totale aantal stijgt of daalt.

Je kunt de grootte van de stijging of daling berekenen.

1 / 42

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with text slides.

Items in this lesson

Factor

Je kunt aan de hand van een factor aangeven of het totale aantal stijgt of daalt.

Je kunt de grootte van de stijging of daling berekenen.

Slide 1 - Slide

Factor

Groter dan 1 stijgen

Kleiner dan 1 dalen

Slide 2 - Slide

Factor Hoeveel %?

Groter dan 1 stijgen

Kleiner dan 1 dalen

Voorbeeld: factor is 1,15

1,15 x 100 = 115%

Stijging van 15%.

Voorbeeld: factor is 0,75

0,75 x 100 = 75%

Daling van 25%.

Slide 3 - Slide

Bereken de factor:

Groter dan 1 stijgen

Kleiner dan 1 dalen

factor= (100+toename) : 100

Voorbeeld: 13%

Factor: (100+13):100=1,13

factor= (100-afname) : 100

Voorbeeld: 95%

Factor: (100-95):100=0,05

Slide 4 - Slide

Rekenen met de factor

nieuwe prijs = oude prijs x factor

Slide 5 - Slide

Rekenen met de factor

nieuwe prijs = oude prijs x factor

Voorbeeld: Tim koopt een fiets van €250,- exclusief 21% btw. Bereken de prijs inclusief btw.

Slide 6 - Slide

Rekenen met de factor

nieuwe prijs = oude prijs x factor

Voorbeeld: Tim koopt een fiets van €250,- exclusief 21% btw. Bereken de prijs inclusief btw.

Factor: (100+21):100= 1,21

250x1,21 = €302,50

Slide 7 - Slide

Factor

Opdrachten:

T1, T2, E1

Slide 8 - Slide

Steeds hetzelfde percentage

Je kunt steeds hetzelfde percentage erbij of eraf schrijven als een vermenigvuldiging.

Je kunt vermenigvuldigingen met dezelfde factor korter schrijven.

Voorbeeld:

Je krijgt 1,3% rente over een bedrag van €4000,-.

Bereken welk bedrag je hebt na 5 jaar.

Slide 9 - Slide

Weet je nog?

Machten

2^{​ 5 ​ ​} = . .

3^{​ 3 ​ ​} = . .

Slide 10 - Slide

Weet je nog?

Machten

3x3x3 = 27 3^3=

2x2x2x2x2 =32 2^5 =

2^{​ 5 ​ ​} =

3^{​ 3 ​ ​} =

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

4000 X 1, 013^{​ 5 ​ ​}

Slide 15 - Slide

begingetal x factor = eindgetal

voorbeeld:

4000 x 1,013

eindbedrag

aantal perioden

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Opdrachten

T3, T4, E2, E3, E4

Slide 23 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Getal Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie Getal

Slide 24 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie:

Slide 25 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Groot getal Wetenschappelijke notatie

Slide 26 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Groot getal Wetenschappelijke notatie

Slide 27 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Groot getal Wetenschappelijke notatie

Slide 28 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Groot getal Wetenschappelijke notatie

Slide 29 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Klein getal Wetenschappelijke notatie

Slide 30 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Klein getal Wetenschappelijke notatie

Slide 31 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Klein getal Wetenschappelijke notatie

Slide 32 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Klein getal Wetenschappelijke notatie

Slide 33 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie Getal

Slide 34 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie Groot getal

Slide 35 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie Klein getal

Slide 36 - Slide

Miljoen, miljard en biljoen

miljoen: x

miljard: x

biljoen: x

10^{​ 6 ​ ​}

10^{​ 9 ​ ​}

10^{​ 12 ​ ​}

Slide 37 - Slide

Miljoen, miljard en biljoen

miljoen: x

miljard: x

biljoen: x

10^{​ 6 ​ ​}

10^{​ 9 ​ ​}

10^{​ 12 ​ ​}

Slide 38 - Slide

Miljoen, miljard en biljoen

miljoen: x

miljard: x

biljoe: x

10^{​ 6 ​ ​}

10^{​ 9 ​ ​}

10^{​ 12 ​ ​}

Slide 39 - Slide

Miljoen, miljard en biljoen

miljoen: x

miljard: x

biljoen: x

10^{​ 6 ​ ​}

10^{​ 9 ​ ​}

10^{​ 12 ​ ​}

Slide 40 - Slide

Miljoen, miljard en biljoen

miljoen: x

miljard: x

biljoen: x

10^{​ 6 ​ ​}

10^{​ 9 ​ ​}

10^{​ 12 ​ ​}

Slide 41 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Opdrachten:

T5, T6, T7, T8, T9

E5, E6, E7, E8, E8, E10

Slide 42 - Slide

H4

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

More lessons like this

Procenten

3G 4.3 Wetenschappelijke notatie van grote getallen

grote en kleine getallen in de wetenschappelijke notatie kopie

3K 4.2 Wetenschappelijke notatie van grote getallen

Rekenen met grote getallen

Werken met aantallen + Wetenschappelijke notatie

mavo 3 herhaling § 8.1 t/m §8.3

wis TL3 4.5 Rekenen met de wetenschappelijke notatie